Categorie: "BNR-COLUMNS"

Een relaxte Europese top (column BNR van 17 december 2012)

gesproken column

De laatste Europese top van 2012 is weer achter de rug. Deze keer geen verhitte journalisten op televisie, geen rood aangelopen gezichten van de onderhandelaars. Nee, het was voor de bestuurders een relaxte top.

Het is natuurlijk gemakkelijk om cynisch te zijn over het democratisch gehalte in Europa. Natuurlijk moeten burgers er meer bij betrokken worden. Maar het is mij te gemakkelijk om Europese bestuurders weg te zetten als technocratische, dictatoriale machtswellustelingen. Ik doe niet mee aan het te pas en te onpas roepen dat wij onze volledige soevereiniteit gaan overdragen aan Brussel. Je kan het leuk vinden of niet, maar bij elk belangrijk besluit zitten de door ons gekozen onze bestuurders er zelf bij.

Het was een belangrijke top. Er zijn concrete stappen genomen om de bankenunie handen en voeten te geven. Maar ook hier, kleine stapjes en daar moeten we blij mee zijn. Volledige invoering van de bankenunie zou op dit moment écht een stap te ver zijn, zeker een Europees depositogarantiesysteem.

Het belangrijkste besluit van vorige week is dat de ECB gaat toezien op de circa 170 grootste banken in Europa. Het werd tijd. Tijdens de verhoren van de Commissie de Wit over de bankencrisis werd pijnlijk duidelijk hoe de toezichthouders van Nederland en Belgie met elkaar overhoop lagen over hoe om te gaan met de grensoverschrijdende activiteiten van Fortis. In Nederland gaat de ECB de toezichthouder worden van ABN AMRO, ING, RABO en SNS. Nederland had liever gezien dat alle 6.000 banken onder ECB toezicht vallen.

Ik deel die visie niet. Dat is een voorbeeld van centralistisch denken, waar burgers nu juist een hekel aan hebben. En totaal niet nodig. De regionale banken kunnen onder toezicht van DNB blijven mits de regels in Europa voor iedereen gelijk zijn. Dat geldt vooral voor de ‘stresstesten’. De toetssteen daarbij zal zijn hoe wordt omgegaan met falende banken. Zullen de obligatiehouders eindelijk gaan meebetalen of wordt de rekening toch doorgeschoven naar de belastingbetaler? De Amerikanen en Engelsen zijn hier glashelder over. Obligatieleningen moeten verplicht kunnen worden omgezet in aandelenkapitaal en de banken moeten, als dat niet voldoende is,  failliet kunnen gaan.

Die bankenunie gaat er komen, ergens in 2014 en het is toch echt het overdragen van bevoegdheden en eigenlijk ook het overdragen van de soevereiniteit over onze banken, ook al betwist Rutte dat weer op onnavolgbare wijze. Het is opvallend hoe weinig oppositie er is; eigenlijk is iedereen voor. En dat is opmerkelijk, want in een economie spelen banken een cruciale rol. De integratie in Europa is verder dan menigeen denkt.

Banken als het beste van twee werelden (column BNR van 10 december 2012)

gesproken column

Ik studeerde af eind jaren zeventig en stond voor de keuze, solliciteren in het bedrijfsleven of bij de overheid. Dat was destijds geen eenvoudige keuze. Het bedrijfsleven was op een haar na dood. Via door de Nationale Investeringsbank beschikbaar gestelde achtergestelde leningen probeerde de overheid te redden wat er te redden viel. Kiezen voor het bedrijfsleven was een grote gok, een ongewisse carriere. En als je dan uit een ambtenaarsgezin komt, dan lijkt de veilige keuze snel gemaakt. Een redelijk, maar bescheiden salaris, een zeker pensioen, life-time employment.

Maar gelukkig voor mij waren er ook nog de banken. Hoewel we het toen nog niet hadden over ‘too big to fail’ waren de banken toen ook al een beschermde diersoort. Zij boden ‘het beste van twee werelden’: grote zekerheid en hoog inkomen en je was werkzaam in het bedrijfsleven. Want ambtenaar zijn was in die tijd toch een tweede keus.

Ergens in de jaren tachtig is het misgegaan. Drie kabinetten Lubbers zorgden voor een enorme opleving van de marktsector. En de overheid besloot ook bedrijven waar zij eigenaar van was, op afstand te zetten of zelfs ‘naar de markt’ te brengen. Een goed voorbeeld daarvan is de start van de Postbank in 1986. De ambtenaren van de Rijkspostspaarbank kregen de status van bankmedewerker. Zoals gezegd, niet z’n groot verschil. Maar daarmee was het begrip semi-overheid geintroduceerd.

Semi-overheidsbedrijven zijn ‘hom noch kuit’ en de wrange vruchten plukken we vandaag de dag. Semi-overheidsbedrijven als scholen, woningsbouwcorporaties, ziekenhuizen kennen niet, of nauwelijks de tucht van de markt -daarmee bedoel ik, plat gezegd, ontslag of faillissement als het misgaat. En als de markt geen toezicht houdt, dan wordt het heel lastig. Dat hebben we gezien bij onderwijsgroep Amarantis en corporatie Vestia. De besturen hadden bijna een vrijbrief en dat is goed te zien in de salarissen. Zij gingen zich gedragen en spiegelen aan de marktsector.

Vanaf 1 januari 2013 geldt de Wet Normering Topinkomens. Het topinkomen in 2013 wordt ruim € 228.000. Het kabinet wil uiteindelijk naar 100% van het ministerssalaris.

In de bankensector zijn naast natuurlijk De Nederlandse Bank, twee semi-overheidsbedrijven: Bank Nederlandse Gemeenten en Nederlandse Waterschapsbank. De topmannen gaan inleveren, want zij verdienen respectievelijk 518.000 euro en 313.000 euro. Curieus genoeg wordt ABN AMRO niet als semi-overheid gezien. Zalm mag zijn 750.000 blijven verdienen.

Ik zou er geen moeite mee hebben als we terugkeren naar de jaren zeventig. Hebben organisaties niet een echt breed  maatschappelijk doel, dan volledig privatiseren. Zijn die organisaties cruciaal voor ons allemaal en is concurrentie lastig, dan zijn het overheidsbedrijven. Dan ben je weer gewoon ambtenaar, met alle voor-en nadelen die er bij horen.

 

EU-geld moet banen creëren (column BNR 3 december 2012)

gesproken column

Twee dagen geleden was ik een paar dagen in de Bourgogne. Daar is het platteland gelukkig nog niet herverkaveld zoals in Noord Frankrijk. Iedereen die wel eens met de auto naar Parijs is gereden kent de uitgestrekte, eindeloze, akkerbouwpercelen. Ik moest aan mijn Bourgogne-trip denken toen in de tweede kamer de discussie plaatsvond over de meerjarenbegroting van de EU. Want er gaat maar liefst 40% van het EU-budget naar de landbouw, een kleine 50 miljard euro, en een flink deel daarvan komt in Frankrijk terecht. Opvallend genoeg gaan het merendeel van die subsidies niet naar de kleine boeren uit de Bourgogne, maar juist naar grote industriële groepen, waaronder kippenproducent Doux die rond  de 60 miljoen euro krijgt.

Het is één van de vele misverstanden en mythes die rond de EU begroting hangen. Voor een deel heeft de EU dat aan zichzelf te wijten, want nog altijd wordt geen volledige openheid gegeven wie nu precies wat krijgt. En dus weten we niet of het EU-geld simpel inkomenssteun is voor de boeren of dat het geld is dat banen creëert. Want dáár zit Europa op te wachten.

In het debat in de tweede kamer werden wel een paar andere mythes in stand gehouden. Zo werd de indruk gewekt dat Europa een veelvraat is die steeds meer nationaal geld opslokt. Het EU-budget is 140 miljard, klein vergeleken met de som van alle nationale budgeten, groot 6.300 miljard. En over de afgelopen 10 jaar groeide de nationale budgetten allemaal harder dan het EU-budget, met uitzondering van Duitsland. Dat valt dus allemaal nog wel mee.

Wat géén mythe is en wat mij wel verbaast, is dat Nederland relatief gezien de grootste betaler is aan de EU. En niet z’n klein beetje ook. In relatie tot de Bruto Nationaal Product betaalt Nederland netto 0,6%; de meeste landen, zoals Frankrijk, Duitsland en Verenigd Koninkrijk zitten op circa 0,3%.

Logisch dat de hele Tweede Kamer wil dat in ieder geval de huidige korting van 1 miljard in stand blijft. Eigenlijk zou die korting opgehoogd moeten worden naar 2 miljard. En zo niet, dan mag Nederland wel wat harder op de trommel gaan roffelen bij de besteding van het geld.

We zouden eens kunnen beginnen met het afschaffen van het maandelijkse verhuiscircus tussen Straatsburg en Brussel. Ik kies dan voor Straatsburg: symbolisch gelegen op de grens tussen Frankrijk en Duitsland. En het Europese Parlement moet er voor zorgen dat het serieus genomen gaat worden. Kort de parlementariërs die nooit komen opdagen, op hun salaris.

Dat geld kan dan gebruikt worden voor betere controles. Want daar kan nog het nodige aan verbeterd worden.

 

 

 

Snelle bankiers rekenen zich rijk in december (column BNR 26 november 2012)

gesproken column

Het is weer bijna december en dan gaan de ‘snelle zakenbankiers’ weer de prijzen verdelen (zie hier), crisis of niet. Beste deal, Beste mergers &aquisition bank, Beste hedgefund, … Beste bank in vaststellen van het LIBOR-tarief. Eh, nee, die laatste natuurlijk niet. Het moet wel feestelijk blijven. Dat er soms net zoveel genomineerden als bankiers zijn, zal de pret niet drukken. En natuurlijk zal er tijdens het exclusieve galadinner een veiling worden gehouden voor ‘het goede doel’.

Ja, de zakenbankiers, die zien zich graag als de elitetroepen van het bankwezen. Want zíj zijn goed zichtbaar. Dat geldt niet voor het grote leger anonieme bankemployees dat werkt voor consumenten of het MKB. Voor hén geen prestigieuze prijzen. Helaas komt deze groep alleen in de publiciteit als er massa-ontslagen vallen, zoals recent bij de ING-Groep.

Ik vind dat jammer en niet terecht. Voor mij is de kern van het bankieren niet de snelle, grote deals van de zakenbankiers, maar het verstrekken van talloze relatief kleine MKB-kredieten of juist het moeizame redden van bedrijven, het openen van spaarrekeningen of het afsluiten van hypotheken voor starters, hoe moeilijk dat nu ook is.

Het heeft natuurlijk alles te maken met het verdienmodel. Zakenbankiers spreken vaak een eenmalige provisie af en dan trekt de karavaan zonder omkijken verder. Na ons de zondvloed. Het heeft de beeldvorming rondom bankiers sterk negatief beïnvloed.

Traditionele bankiers, soms spottend ‘nutsbankiers genoemd’ verdienen geld met de rentemarge. En die wordt, bijna  onzichtbaar,  heel langzaam, dag voor dag verdiend.

Banken beginnen langdurige relaties weer te waarderen. In het ‘nieuwe bankieren’ is ‘de tijd nemen’  de heilige graal. Er wordt nu extra rente geboden op zeer langdurige deposito’s. De banken zullen heel blij zijn met het voorstel van de SGP om de looptijd van hypotheken te verlengen naar 40 jaar. ‘Rente-lokkertjes’ voor níeuwe klanten waar ik mij als bestaande klant altijd enorm aan  erger, zijn voorbij. En omdat de advieskosten volgend jaar goed vergelijkbaar zullen zijn, moeten de banken veel meer hun best gaan doen en investeren in het kennen van de klant.

Voor de zakenbankiers zal het allemaal even slikken zijn. Het wordt stiller op de apenrots. Het wachten is nu op de uitreiking van de ‘Beste consumentenbankier’ , want ik denk dat de consument graag wil weten welke bankman of bankvrouw in 2012  ’het Beste hypotheekadvies’ gaf.

 

Dubbele moraal (BNR column 19 november 2012)

gesproken column

Geen financieel onderwerp is zo beladen als de belastingen. Dat bleek weer eens toen kabinet Rutte 2, versie 1, haar zorgplannen wereldkundig maakte. Het waren verkapte belastingen en iedereen wist het. Ik sta elke week langs de lijn naar de voetbalwedstrijd van mijn zoon te kijken, samen met een groepje vaste voetbalvaders. Zelden werd er zo weinig over het getoonde spel en de scheidsrechter gesproken. Het was duidelijk, de middenklasse van Nederland voelde zich ‘gepakt’. Ik denk dat het probleem niet eens zozeer de absolute hoogte van de belastingen waren, maar wel het ‘rucksichlose’ nivelleren om het nivelleren. Met name de uitspraak van PVDA-voorzitter Spekman dat “nivelleren een feest is” zette kwaad bloed.

Natuurlijk, niemand betaalt graag belasting. En zeker, in Nederland wordt soms wel eens té gemakkelijk gesproken over de ‘sterkste schouders’ die het allemaal wel kunnen dragen. Maar ik denk dat weinigen echt zullen willen kiezen voor het Amerikaanse systeem. Want ook bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen speelden de belastingen een hoofdrol. Waar het in Nederland vooral een heerlijk onderwerp is om over te ‘klagen’, langs de lijn of in het cafe, is het in de VS een écht ideologisch debat.

De republikeinen zien belasting betalen als geld overmaken aan de duivel en we hebben gezien waar dat toe leidt: bruggen en wegen in verval, een vrijwel onbeschermde kustlijn, nauwelijks elementaire zorg. Maar ook de Democraten gruwen van onze tarieven. De in Nederland mateloos populaire Obama is al tevreden als biljonairs 30% belasting gaan betalen.

Ik zie het betalen van belasting als een vorm van beschaving. We willen allemaal een Nederland waarbij mensen een dak boven hun hoofd hebben en niet eten in gaarkeukens.  Maar we moeten niet roomser dan de paus worden.

Daar waar er een belastingdienst is, is er een belastingadviseur. En tussen die twee is een wapenwedloop aan de gang. Ik heb daar geen problemen mee, zolang belastingontwijking maar geen belastingontduiking wordt.

Daarom vind ik de ophef over de belastingconstructies van Apple, Starbucks, en zelfs de presidentskandidaat Romney, enigszins overdreven. Het speelt zich allemaal af binnen de grenzen van de wet. En ook nog eens binnen de grenzen van de Nederlandse wet. Er worden keurig afspraken gemaakt met de fiscus. Als we dat niet willen, en ik kan mij er iets bij voorstellen, verander dan de wet.  Zoals destijds de Jager deed met het Zwitserse zwarte geld.

Dat geklaag vind ik getuigen van een dubbele moraal. Want over het maximaal benutten van de hypotheekaftrek hoor je niemand. Het zal toch niet te maken hebben met het feit dat er altijd zonnige eilanden als de Bahama’s bij betrokken zijn?

Bittere champagne voor tussenpersonen (BNR column 12 november 2012)

gesproken column

 

Vorige week naam nam Jan Kees de Jager afscheid als Minister van Financiën. Voor velen is hij de man die beloofde dat Nederland  ”al haar geld uit Griekenland terugkrijgt, inclusief rente”. Voor mij is de Jager toch de minister die de Nederlandse financiële sector op z’n kop heeft gezet.

Want per 1 januari 2013 mag de tussenpersoon bij de verkoop van complexe producten als hypotheken of pensioenen niet meer betaald worden door de verzekeraar of bank, maar moet de klant de rekening betalen. Het werd tijd. Want het was ‘de kat op het spek binden’. Adviseurs konden de verleiding niet weerstaan dát product te verkopen dat de hoogste provisie gaf. Het maakte de tussenpersonen lui en kritiekloos. En dat hebben we aan de lijve ondervonden bij de woekerpolis.

De tussenpersonen zijn nu bang dat klanten niet willen betalen voor advies. Ja, dat snap ik wel. Ze hebben het er ook naar gemaakt. Hoe moet een klant te weten komen of hij of zij te maken heeft met een goede of slechte adviseur?  Want je sluit nu eenmaal niet zo vaak een hypotheek af in je leven.

En onderschat ook niet dat mensen argwanend zijn. De teller bij de tussenpersoon gaat direct lopen, óók als geen product wordt afgenomen.

Op de loer ligt het gevaar dat consumenten, om goedkoop af te zijn, het zelf gaan doen.  ”Execution-only” in het jargon. In de beleggingswereld heeft deze ontwikkeling al geleid tot een forse daling van het aantal onafhankelijke tussenpersonen.

Nou hoeft dat geen probleem te zijn. De banken en verzekeraars worden gedwongen de kosten en voorwaarden van het product duidelijk te maken. De minister hoopt dat de klanten dan gaan ‘shoppen’, zoals we ook bij de ‘telecommers’ en de energiebedrijven doen. Ik moet het allemaal nog maar zien. Want hoe moet die consument dat dan doen? De financiële sector is nooit erg helder geweest over de berekening van de kostprijs van haar producten. Logisch dat de RABO Bank zegt dat ‘er een gat zit tussen wat klanten denken dat het kost en wat wij vragen’.

En de financiële consequenties van het kopen van een product zijn voor de leek vaak nauwelijks te doorgronden. Banken en verzekeraars moeten dus veranderen van verkopers in adviseurs. Er zal nog veel water over Gods akker moeten lopen.

Laten we daarom beginnen de producten eerst écht simpel te maken, dát zal helpen. Daarnaast zie ik ook wel een toekomst voor goedkoop digitaal advies. Slimme app’s en alerts die de klanten helpen en waarschuwen.

Eén ding staat vast: voor veel tussenpersonen zal de champagne op  ’oud en nieuw’ minder lekker smaken.