Categorie: "BNR-COLUMNS"

Een hypotheeksysteem zonder een centje pijn (BNR column van 4 maart 2013)

gesproken column

Er waait een Deense wind door Nederland. Iedereen die een beetje in de politiek is geïnteresseerd heeft Borgen gezien en crimi-liefhebbers zijn idolaat van de Killing. Het beste restaurant ter wereld heet Noma en staat in Kopenhagen. Het was dus een kwestie van tijd dat ook op financieel gebied de Denen naar de top kruipen. De Nederlandse Staat kan goedkoop lenen, de Denen doen het nog veel beter. En vorig jaar heeft het Deense pensioensysteem goud gewonnen op de Mercer-ranglijst.

Ik ben jaloers op de Denen. Ze kunnen goed voetballen, kopen oer-Hollandse zuivelmerken als Melkunie en Friesche Vlag en nu blijken ze ook nog eens een hypotheeksysteem te hebben dat al 200 jaar geen centje pijn heeft, ondanks vastgoedbubbels en hevige recessies.

Denemarken heeft vooral uniek hypotheeksysteem voor woninghypotheken, precies het segment waar de Rating-Agencies de grootste problemen verwachten in Nederland. De reden is dat in Denemarken de funding voor de hypotheken niet door de banken wordt verstrekt, maar via de beurs door private beleggers. En bij wat in Denemarken een ‘traditionele hypotheek’ wordt genoemd,  is die relatie 1-op-1. Dus een 30 jarige hypotheek wordt gefinancierd via een 30 jarige obligatie met dezelfde rentevaste periode en aflossingsprofiel. Heerlijk, die traditionele ouderwetse producten.

Maar er is meer. De hypotheekrente wordt op de kapitaalmarkt bepaald. Iedere hypotheekbezitter kan de tarieven transparant in de krant of op internet lezen. Voortdurend worden nieuwe series uitgegeven. De kapitaalmarkt stelt de hypotheekgever in staat zijn uitstaande schuld te managen. De obligaties mogen altijd tegen de marktprijs op de beurs worden teruggekocht. Die flexibiliteit is een groot voordeel t.o.v. de Nederlandse situatie. Bij een stijgende rente daalt immers ook de uitstaande hypotheekschuld.

Is er nog een rol voor de banken? Ja, speciale Deense hypotheekbanken nemen tegen betaling het kredietrisico over. Volgens de Deense Centrale Bank  heeft een belegger in Deense pandbrieven nog nooit een faillissement meegemaakt. Belangrijkste reden: een verplicht zeer stringent leenbeleid, max. 80% lening, 20% eigen geld.

Het gebruik maken van de kapitaalmarkt i.p.v. de banken, maar ook de vergaande standaardisatie en transparantie zorgen er voor dat het  zowel voor hypotheeknemer als hypotheekgever interessant is. Een deel van de bancaire marge wordt immers verdeeld. Dat moet als muziek in de oren klinken voor VEH.

De RABO ziet de Deense hypotheek niet zitten. Nee, vind je het gek? De banken spelen geen hoofdrol, maar mogen figureren. De RABO noemt de Deense hypotheek daarom ‘dagdromen’. Nee RABO, dat is het niet, het is voor jullie een ‘nachtmerrie’.

Tarivering uit angst (BNR column van 25 februari 2013)

 

gesproken column

 

Als de RABO-bank iets gaat verkopen, dan moet je alert zijn. De bank heeft een neusje voor het verkopen van dochters op het juiste moment. Zij trok zich ruim op tijd terug uit het  zakenbankieren en verkocht haar Zwitserse private bank vóórdat belastingschandalen haar onkreukbare imago konden aantasten. En RABO pakte de hoofdprijs voor Alex Beleggersbank, de verkoop aan BinckBank vond slechts enkele maanden voor het uitbreken van de kredietcrisis plaats. De verkoop van Robeco moet dus niet alleen gezien worden als een manier om het eigen vermogen te versterken. Er is meer aan de hand.

Ik denk dat RABO-bank zag dat het over-en-uit was met de gedwongen winkelnering van de dure huisfondsen van de banken. Beleggers waren het zat om alleen Robeco-fondsen in de portefeuille te zien. En de opkomst van het goedkope en simpele indexbeleggen maakt het bezit van eigen beleggingsexpertise overbodig. De keuze voor verkoop is dan snel gemaakt.

In de directiekamer van RABO zal overigens óók hevig gediscussieerd zijn over  het verdienmodel van het beleggingsadvies. In 2011 heeft Minister de Jager namelijk aangegeven dat de stiekeme vergoedingen die aanbieders van beleggingsfondsen gaven aan de verkopers van de fondsen, verboden gaan worden. Die kickback is een echte perverse prikkel. Banken zullen, laat ik het netjes zeggen, in de verleiding kunnen komen de fondsen met de hoogste kickback te adviseren aan de klanten.

De banken willen wetgeving voor zijn. Daarom hebben de banken aangegeven per 1 januari 2014 géén fondsen meer te adviseren met een kickbackfee. Maar banken betaalden het  beleggingsadvies uit die kickback. Vanaf 2014 kan dat dus niet meer en moeten beleggers apart gaan betalen voor het advies. De banken zullen moeten aantonen dat het advies ook écht toegevoegde waarde heeft. Dat is lastig te communiceren, want beleggers hebben vaak een korte horizon en niet altijd het geduld om een adviseur bijvoorbeeld 5 jaar de tijd te geven om zich te bewijzen. Zelf doen lijkt dan een goedkope oplossing.

Dit jaar mogen de banken nog nadenken over het nieuwe verdienmodel. ABN AMRO deed de aftrap. Hoe vaker je de bank belt voor advies, hoe meer je betaalt. Dat snap ik. Maar ik vind het vreemd dat het adviestarief gekoppeld wordt aan omvang van de portefeuille. Je zou eerder een soort uurtarief verwachten, zoals bij advocaten.

Ik kan wel een reden bedenken. Advies is claimgevoelig en dat schadevergoedingen zijn nu eenmaal hoger kunnen zijn bij grotere portefeuilles. Tarifering uit angst dus, niet uit klantbelang. Dat is het verkeerde uitgangspunt. Maar de banken hebben nog 1 jaar om met een beter voorstel te komen.

Dijsselbloem is niet bang (BNR column van 18 februari 2013)

 

gesproken column

 

Minister Dijsselbloem is geen bange minister. In de Kamerbrief over de nationalisatie van SNS Reaal kon je tussen de regels kritiek lezen op de toezichthouder DNB. En toen hij vorige week een storm van kritiek over zich heen kreeg over het hoge salaris van de nieuwe topman, ging hij de confrontatie niet uit de weg. Maar deze week gooide hij olie op het vuur met zijn opmerking dat de CAO-lonen in de bankensector veel te hoog zijn. De minister bewijst zichzelf en zijn achterban daarmee waarschijnlijk een dienst, maar financieel Nederland niet. In zo’n turbulente periode verwacht je een minister die boven de partijen staat en juist olie op de golven giet om de relatie met de banken enigszins te normaliseren.

Met zijn uitspraak stigmatiseert hij niet alleen de bankiers, maar nu ook alle bankemployees. Dat de bankier onder vuur ligt, kan ik begrijpen. Zij zitten niet in de bank-CAO en worden goed betaald om kritiek, terecht en onterecht, te incasseren en te weerleggen en wat mij betreft mogen ze  ’op de blaren te zitten’ bij fouten. Maar Dijsselbloem wekt nu de indruk dat de hele financiële sector uit ‘grootgraaiers’ bestaat.

Het begint een trend te worden dat de overheid zich steeds nadrukkelijker bemoeit met de private sector. Maar CAO’s, ook bank-CAO’s, zijn een zaak tussen werkgever en werknemer. De tijd van geleide loonpolitiek ligt ver achter ons en dat is maar goed ook.

De Minister baseert zich op een rapport van SOMO. Dit onderzoeksbureau wordt voor een deel gefinancierd door de overheid, niet bepaald een objectieve bron. Er was bij de publicatie al veel kritiek op het rapport, o.a van ABN AMRO. Enige terughoudendheid was dus op z’n plaats geweest.

Niettemin, als ervaringsdeskundige weet ik dat de allesoverheersende trend in bankwezen is, dat de werkgelegenheid door automatisering terugloopt, zie het verlies van 2.400 arbeidsplaatsen bij ING. Dit heeft tot gevolg dat de bank-CAO’s al jaren aan het versoberen zijn, maar dat tegelijkertijd laagbetaalde arbeid wordt vervangen door hooggespecialiseerde arbeid, die de loonsom relatief doet toenemen. Het Centraal Bureau van de Statistiek laat overigens zien dat de lonen bij de overheid in de periode 2000 – 2011 harder zijn gestegen dan in de financiële sector.

Ik heb twee suggesties voor Dijsselbloem. Ten eerste: zorg voor meer concurrentie, ik verzeker u, dat zet druk op de tarieven, dat is beter dan druk op de lonen. En ten tweede: u bent aandeelhouder van ABN AMRO, u kunt via de geëigende weg ingrijpen in de lonen. Dát is schieten met scherp, nu zijn het slechts losse flodders.

geduld van de burger met de banken is op (BNR column van 11 februari 2013)

gesproken column

 

Het volksoproer over de bonussen van ex-topman van Keulen en het hoge salaris van de nieuwe topman van SNS, maakt duidelijk dat bij de burger het geduld met de banken op is. Maar ook bij de politici is de maat vol. Het kan snel gaan. Tot voor kort had de bankenwereld een bijna directe ingang tot de politiek. Voor functies in de top van de banken en verzekeraars kon altijd wel iemand uit de politiek gerekruteerd worden. Denk aan Gerrit Zalm en Joop Wijn bij ABN AMRO en Wim Kok bij de ING. De huidige bestuurders van DNB en AFM, Knot en Gerritse zijn afkomstig uit “Den Haag”. En de ex-topmannen van RABO, Wijffels en Koopmans hebben er nooit een geheim van gemaakt prominente CDA-mannen te zijn.

De invloed van de Nederlandse Vereniging van Banken op de politiek was opvallend groot. Zij heeft zich wel eens laten ontvallen dat belangrijke passages in wetsvoorstellen eigenlijk door de NVB waren geschreven. Die tijd is voorbij. De Tweede Kamer is gelukkig geïnteresseerd geraakt in de gevolgen van wetgeving en heeft meer eigen expertise opgebouwd. De tanende invloed van de bankenlobby heeft echter ook alles te maken met haar voorman Boele Staal. Deze ex-politieman en Commissaris van de Koningin doet vreemde uitspraken op zeer ongelukkige momenten. Zo zei hij 20 oktober 2010 dat ‘banken helemaal niet ongezond waren’ en twee weken geleden liet hij optekenen dat ’de tijd voor sorry-zeggen voorbij is’.

De banken en toezichthouders hebben in 2007 ook een eigen praatclub opgericht, het Holland Financial  Centre. Doel? Nederland als financieel centrum op de wereldkaart zetten. De hele  financiële elite schoof aan. Het moet een walhalla voor headhunters zijn geweest.

Deze week werd bekend dat het Ministerie van Financiën haar bijdrage aan Holland Financial Centre heeft teruggetrokken. Eindelijk breekt het besef door dat toezichthouders en de onder toezicht staande partijen niet te innig met elkaar door het leven moeten gaan.

Toch is het heel nuttig dat er een platform is, waar nagedacht wordt over de toekomst van het bank- en verzekeringsbedrijf. Het Sustainable Finance Lab springt in dit gat. De oprichters zijn Wijffels en Blom van de Triodos bank. Het is voor de banken een kritisch forum, maar dat lijkt mij juist een pré. Vorig jaar heeft zij een paar succesvolle en interessante bijeenkomsten georganiseerd. En, niet onbelangrijk, ook voor de gewone financieel geïnteresseerde gratis te volgen. Dat lag bij het Holland Financial Centre wel even iets anders.

Toch, attentie is geboden. Ik was aanwezig op een bijeenkomst van het  Sustainable Finance Lab over de toekomst van de banken. ING was de gastheer. De hapjes en drankjes waren heerlijk. Banken weten dat je op meerdere paarden moet wedden.

Nederland stelt geen moer meer voor (BNR column van 4 februari 2013)

gesproken column

 

Het besluit van Minister Dijsselbloem om SNS Reaal te nationaliseren is een zwarte dag voor de positie van Nederland als financieel centrum. In nog geen vijf jaar is het Nederlandse financiële landschap dramatisch veranderd. Het startschot was de overname van ABN AMRO op 10 oktober 2007. De vergelijking met Ijsland doemt op. Drie van de vier banken die er écht toe doen zijn in zware financiële problemen gekomen, de helft van het bankwezen is nu in staatshanden als ook een grote verzekeraar. Met als gevolg: weg concurrentie, weg innovatie. 

En dat is niet eens het hele verhaal. De trotse ABN AMRO, met een wereldwijd netwerk en een zeer dominante positie in het internationale betalingsverkeer, is ineen geschrompeld. De ooit gezaghebbende Amsterdamse beurs speelt tegenwoordig een marginale rol; al jaren loopt de aanwas van nieuwe, echt interessante, beurstoetreders terug. Onze positie in de omvangrijke markt voor beleggingsfondsen is overgenomen door Luxemburg. De export van dat geniale ‘postbank-concept’ heeft door ingrijpen van de Europese commissie enorme averij opgelopen. Ons pensioensysteem kraakt in zijn voegen en heeft de koppositie moeten overdragen aan Denemarken. aar ik denk dat nog veel erger is dat mensen het vertrouwen in het

Nederlandse financiële systeem verliezen. Alles draait om vertrouwen. Veel partijen zijn daar voor verantwoordelijk en in de éérste plaats het management van de bank of verzekeraar, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar juíst bij een bank en verzekeraar hebben we zwaar opgetuigde toezichthouders aangewezen. En opnieuw hebben die steken laten vallen. De Commissie de Wit heeft de onmacht van De Nederlandsche Bank bij ABN  AMRO en ING klip en klaar aangetoond. En nu schiet DNB wéér tekort. Waarom heeft zij ‘überhaupt’ de aankoop in 2006 van Bouwfonds goedgekeurd? Zij hield toch ook toezicht op het Bouwfonds? En waarom is er in 2008, toen er momentum was voor hard ingrijpen en SNS Reaal staatssteun kreeg, niets gedaan?   

Wouter Bos verwoordde het failliet van het toezichtsmodel als volgt: Artikel 1 luidt: Als u niets van de toezichthouder hoort, is er niets aan de hand. En artikel 2: Als u wél iets hoort, is het te laat. Hoe is het mogelijk dat alleen in Nederland de Rekenkamer geen onderzoek mag doen naar de wijze waarop DNB controleert? Is er wellicht sprake van een te grote belangenverstrengeling tussen controleur en gecontroleerde? Dat noemt men ook wel het “Stockholm-syndrome”.   

Is het allemaal drama? Nee, RABO staat nog fier overeind en speelt een cruciale rol in de financiële landbouwsector en Nederland is een belangrijk schakelpunt in de financiële geldstromen van veel multinationals. Er is nog veel te verdedigen, maar dan moet er nu wel schoon schip worden gemaakt. 

Vriendschap en Vijandschap (BNR column van 28 januari 2013)

gesproken column

 

Vorige week werd de vijftigste verjaardag van het vriendschapsverdrag tussen Frankrijk en Duitsland gevierd. Januari 1963 moet een traumatische maand voor de Engelse diplomatie zijn geweest. Eerst werd op 14 januari 1963 premier Macmillan tot op het bot beledigd door de Gaulle die de deur van de EEG dichtgooide voor Engeland. En dat nadat Engeland, na lastige interne discussies, alsnog besloten had haar aversie tegen het federale Europa te laten varen en toch toe te treden tot de Gemeenschap. 

Minister Edward Heath verwoordde het Engelse gevoel met veel emotie “we in Britain are not going to turn our backs on the mainland of Europe”. En dan een twee weken later het  vriendschapsverdrag tussen de twee aartsvijanden.

Het kan dus bijna geen toeval zijn dat de speech van Cameron, waarin hij zijn visie op de rol van Engeland binnen de EU uiteenzette, in januari is uitgesproken. De aandacht in de media ging vooral uit naar het referendum. Dat doet geen recht aan de betekenis  van zijn speech. Cameron maakte de spagaat waarin Engeland al sinds de jaren 50 zit, pijnlijk overduidelijk. 

Engeland was nooit enthousiast voor de Gemeenschap en toen het niet anders kon, wilde zij vooral een Europese Vrijhandelszone tussen onafhankelijke nationale staten. Maar naarmate de as  Frankrijk-Duitsland sterker werd, was er ook de noodzaak om een plaats aan de onderhandelingstafel te hebben. Ook Cameron balanceert tussen de noodzaak van economische samenwerking zonder haar soevereiniteit kwijt te raken én concessies aan een federaal Europa. Ik denk dat ook nu weer de economische motieven de overhand zullen krijgen. 

Dat wordt goed geïllustreerd door twee bancaire dossiers waarin Engeland haar piketpaaltjes plaatst. In de eerste plaats de herstructurering van het bankwezen. Engeland kiest voor een eigen weg via de Commissie Vickers in plaats van aansluiting bij de commissie Liikamen. En in de tweede plaats ligt Engeland écht dwars bij de invoering van Financial Transaction Tax. Het belang van de City gaat echt vóór alles. 

De reacties uit Frankrijk en Duitsland waren voorspelbaar. Er ís geen ‘Europa á la carte’ en dat is juist. De opmerking  van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Fabius  over het uitleggen van ‘de rode loper’ als Engeland eruit wil, was natuurlijk pikant. Eerder had Cameron die loper namelijk uitgerold voor rijke ontevreden Fransen. Dat heet een ‘koekje van eigen deeg’. 

Nederland zou een belangrijke brugfunctie tussen de drie grootmachten kunnen vervullen. Dat hebben we altijd gedaan. Ik ben dus benieuwd naar de reactie van  Rutte.

 

 

 

Beleggen in obligaties is zó niet 2013 (BNR column van 21 januari 2013)

gesproken column

 

Januari is de maand dat analisten en andere beleggingsexperts hun licht laten schijnen over het komende beursjaar. Zo was ik te gast bij online broker BinckBank waar de goeroe’s van BNP Paribas, Delta Lloyd en SNS Securities hun visie gaven. En u weet hoe dat dan gaat: zoveel analisten, zoveel meningen. Maar déze keer viel mij op dat de drie deskundigen het er unaniem over eens waren dat beleggers in 2013 niet in obligaties moeten beleggen. En als je de tijd neemt om te googelen op ‘rendement staatsobligaties’, dan zie je dat die mening gedeeld wordt door velen.

Zo waarschuwt Bill Gross van Pimco, een van de grootste beleggers ter wereld en met veel kennis over obligaties, dat de rente op een historisch laag niveau is aangekomen door het ruime monetaire beleid van Centrale Banken en dat door wat hij noemt “het schrijven van ongedekte cheques” het gevaar van inflatie toeneemt, met als mogelijke gevolg een stijgende rente. En Lex Hoogduin, hoogleraar monetaire economie, zegt voorzichtig dat een renteverhoging in 2013 ‘niet het meest waarschijnlijke scenario is’ , maar, en let nu op, ‘het kan dichterbij zijn dan we denken’.

Deze observaties kunnen voor u een reden zijn maar eens uw bank of vermogensbeheerder te bellen. En dan kunt u een probleem krijgen, uw bank overigens ook.

Want stel, u bent een defensieve belegger, u wilt namelijk rustig slapen en niet te veel fluctuaties en verliezen in uw portefeuille zien. Uw adviseur zal dan volgens de AFM richtlijnen tussen de 50% en 80% in obligaties beleggen. Ai, dan zal een rentestijging hard aankomen in het portefeuilleresultaat. 

Uw bank zou, als ze naar hun eigen analisten luisteren, en defensief voor u willen beleggen, de weging van obligaties in de portefeuilles sterk moeten terugbrengen, maar dat ligt heel lastig, want een claim bij het Klachteninstituut KIFID ligt al snel op de loer. En een nieuw profiel opstellen is ook geen ideale oplossing. Het geeft veel aan-en verkoopkosten en wellicht is een offensief profiel met minder obligaties, maar wel 60% tot 70% aandelen óók niet uw wens; u wilt immers rustig slapen. 

De oplossing is dat de adviseur meer speelruimte krijgt, bijv. om binnen uw defensieve profiel een tijdje niet te beleggen in obligaties en liquide te blijven. Dat eist wel méér en betere communicatie met de klant. 

Resteert de vraag of de drie goeroe’s het ook zo eens waren over waar wél in te beleggen. Ik moet u teleurstellen. De consensus was ver te zoeken. Het blijven analisten, nietwaar?

liquiditeitsregels vooral goed voor de banken (BNR column van 14 januari 2013)

gesproken column

 

De liquiditeitsregels van banken worden versoepeld. Dat is weer eens een ander geluid. Er werd direct opgetogen gereageerd, want het zou de stroeve kredietverlening aan consumenten en bedrijven weer op gang kunnen helpen. Ik ben niet zo optimistisch. Het is vooral goed voor de banken.

Banken hebben te maken met solvabiliteits-en liquiditeitsregels. Die regels worden opgesteld door het ‘Basel Committee’. In dat committee zitten centrale bankiers uit de hele wereld, jarenlang is Wellink de voorzitter geweest. Het is overigens een orgaan zonder enige formele autoriteit. Dat maakt het enigszins schimmig, maar de regels krijgen via de individuele centrale banken bijna altijd een dwingend karakter.

De solvabiliteitsregels schrijven voor hoeveel eigen vermogen een bank moet hebben en gaan dus over de lange termijn gezondheid van de banken. De eisen zijn aanmerkelijk verhoogd en zijn gelukkig niet aangepast. Een bank kan lange tijd ongezond zijn, overlijden doet de patiënt pas bij gebrek aan liquiditeit. En dan gaat het razendsnel. Denk maar aan de DSB bank. Liquiditeit is dus belangrijk; geen halfzachte concessies dus alstublieft!

Bij het bepalen van de liquiditeit wordt gekeken hoeveel direct opvraagbaar geld er door consumenten en bedrijven bij een bank is gestald. Vervolgens moet een bank zoveel geld in kas hebben om 30 dagen te kunnen overleven. Dat is geen cash geld, maar bijna altijd staatsobligaties. Die zijn veilig en snel om te zetten in contanten. De afgelopen jaren bleek echter dat niet alle staatsobligaties even veilig zijn.

Om die reden mogen banken nu óók in bepaalde bedrijfsobligaties en aandelen beleggen. Ik denk ook dat de veiligheid en verhandelbaarheid van bijvoorbeeld Koninklijke Olie niet onderdoet voor een Italiaanse staatsobligatie.

Maar gaat het de kredietverlening verbeteren? Nee, kredieten aan het bedrijfsleven worden niet gezien als voldoende liquide en veilig en mogen niet worden meegerekend. Wel zijn bepaalde zeer veilige hypotheken toegestaan, dat kan helpen. Maar het gaat dan niet  om onze aflossingsvrije hypotheken.

Het argument van ruimere kredietverlening is er een beetje met de haren bijgesleept. Waarom zijn de banken dan tevreden? Een simpele reden. De winstgevendheid gaat omhoog. Ook de banken verdienen maar weinig met  staatsobligaties. Nu mag er in hoger renderende activa worden belegd. Beleggers begrepen het, de koersen van banken gingen omhoog. Nu de rest van de bedrijven nog!

De levensloopregeling en opheffen van het ABP (BNR column van 7 januari 2013)

gesproken column

 

De fiscus had op 1 januari een leuk presentje voor mij. Ik mag het saldo van mijn levensloopregeling eerder opnemen en krijg dan een belastingkorting van 20%. De belastingdienst maakt het niet alleen gemakkelijker, maar nu ook leuker. Met dank aan de politici Dijkgraaf van de SGP, Neppérus van de VVD en Groot van de PVDA.

De levensloopregeling is nooit een echt groot succes geworden. Er zijn circa 250.000 rekeningen geopend in plaats van de verwachte 2,5 miljoen. Er is ongeveer 5,5 miljard gespaard, peanuts als je weet dat er in Nederland bijna 375 miljard op de spaarrekening staat.

Het kan snel gaan. Toen de levensloopregeling in 2006 werd geïntroduceerd was het idee dat het spaargeld gebruikt zou kunnen worden als mensen in de spitsuur van hun leven zitten en even tijdelijk de arbeidsmarkt zouden willen verlaten. Dat was de theorie, de praktijk was weerbarstiger. Onze arbeidsmarkt bleek niet zo flexibel, mensen bleven werken, zorgden voor goede kinderomvang en accepteerden het hectische leven.

De regeling werd uiteindelijk vooral gebruikt om met pre-pensioen te gaan. Tsja, en dat is in deze tijd bijna een taboe geworden. We moeten niet korter gaan werken, maar langer. Fiscale regelingen om korter werken te faciliteren kunnen dan écht niet meer.

Is het wel een cadeautje? Ik vind van wel, ook al moet ik vanaf nu 1,2% vermogensrendementsheffing gaan betalen over het netto spaarbedrag. De overheid hoopt natuurlijk dat we het geld gaan verbrassen om de economie te stimuleren. Vergeet het maar. De ING bank zegt dat 40% van de ook ter ziele gegane spaarloonrekeningen nog onaangeroerd staan. Dat is bijna 1 miljard.

Voor de Staat is het pas echt interessant. De levensloopregeling maakt gebruik van wat men noemt de ‘omkeerregel’. De storting is onbelast, over de uitkering betaal je inkomstenbelasting. En ondanks het feit dat de levenslooprekening in 2012 is gestopt, loopt de overheid de kans dat zij nog heel lang moeten wachten op háár deel. Het naar voren halen van belastinggeld is van groot belang, zeker met het huidige begrotingstekort dan boven de beruchte 3% komt te liggen.

En vergeet niet, je kan je levenslooptegoed via beleggen ook kwijt raken en dan vangt overheid helemaal niets. Liever 1 vogel in de hand, dan 10 in de lucht.

Ik zie een wenkend perspectief. De Staat heeft een toekomstige claim van ongeveer 110 miljard op haar eigen ambtenarenpensioenfonds.  Hef het ABP op en reken af met de deelnemers. De staatsschuld is meteen uit de gevarenzone en de overheid kan in een moeite door een ruimer stimuleringsbeleid voeren.

Never waste a good crisis, zou ik zeggen.

Geen dure Franse champagne in 2013 (column BNR van 24 december 2012)

 

gesproken column

 

Eind november had de Nederlandse Staat haar kapitaalbehoefte van 60 miljard euro al gedekt en kon bij het Agentschap de vlag uit en de champagne schuimen. Want ondanks dat de staatsschuld was opgelopen tot 340 miljard euro, was het voor de Staat een succesvol jaar. Niet eerder heeft de Nederlandse Staat zo g oedkoop geld kunnen lenen. De laatste emissie van 2,4 miljard met een looptijd van bijna 2,5 jaar had een rentepercentage van 0,13%. Onze overheid kan bijna gratis lenen.

Dat is de keerzijde van de financiele crisis in Europa. Veel institutionele beleggers zijn statutair verplicht alleen te beleggen in Triple A landen en daar zijn er binnen het eurogebied niet veel van. Naast Nederland, alleen Duitsland, Finland en Luxemburg.  En de kapitaalmarkten van Finland en Luxemburg zijn relatief klein en dus niet erg liquide.  Maar ook speelt een belangrijke rol dat het kapitaalmarktbeleid van Nederland voorspelbaar en transparant is. Dat wekt vertrouwen.

Gevolg: Nederland heeft een machtpositie. En daarom zou je soms wel eens wensen dat Nederland niet het keurigste jongetje in de klas wil zijn. De gemiddelde looptijd van onze schuld is maar 7 jaar en met zware tijden op komst zou ik bij z´n lage rente even iets meer lenen en vooral voor een hele lange periode. ‘Pik in, het is winter’.

Niet iedereen zal echter met ‘oud en nieuw’ de kurken laten knallen. Binnen Europa waart het spook van de ‘financiele repressie’. Beleggers in obligaties, pensioenfondsen, verzekeraars, maar ook particulieren die zelf sparen voor hun pensioen, verdienen nu nominaal al heel weinig. Ook de spaarrentes worden bijna elke maand neerwaarts bijgesteld. En dan zeggen de banken dat de Nederlandse spaarrente vergeleken met bijvoorbeeld Duitsland nog eigenlijk te hoog is. En dat klopt want de Nederlandse banken hebben uw spaargeld erg hard nodig om de hypotheken te financieren.

Erger is, dat als er in koopkracht wordt gerekend, het beeld dramatisch is. Stel u maakt 2,2% spaarrente en daar gaat 1,2% vermogensrendementsheffing vanaf. Dan resteert een schamele 1%. Bij een huidige inflatie van 2,5% verdient u geen geld, maar teert u in op uw vermogen.

Dit wordt geen leuke kerstboodschap, maar de overheid als schuldenaar heeft er belang bij als de rentes laag blijven en de inflatie omhoog gaat. Het is een beproefd concept van overheden om te grote schulden op een slinkse wijze af te lossen.  De ECB laat over de stand van de rente vooralsnog geen misverstand bestaan. Via aankopen van obligaties wordt de rente laag gehouden.

Over de inflatie zijn ze ook duidelijk, 2% is OK. Maar dan moet u de ECB wel op haar woord geloven. Prettige Kerst.