Categorie: "BNR-COLUMNS"

Iedereen een bankrekening (column BNR 13 mei 2013)

Niemand kan tegenwoordig meer zonder een bankrekening. Het is een essentieel onderdeel geworden van het leven van elke dag. De tijd dat werknemers hun loon contant uitbetaald kregen, ligt ver achter ons. Electronisch betalen, via PIN of Ideal,  bereikt elk kwartaal nieuwe records. In sommige winkels is contant betalen zelfs al onmogelijk geworden. En ik zie deze trend niet stoppen. Met andere woorden: een bankrekening heeft het karakter van een nutsfunctie gekregen. Dat wilden de banken, vooral uit kostenoverwegingen, maar ook wij, de consument, wilden dat. Het biedt gemak en niet te vergeten veiligheid.

De Europese Commissie ziet de bankrekening ook als een basisrecht en is niet tevreden over de gang van zaken. Concreet heeft zij drie bezwaren. In de eerste plaats, nog niet iedereen heeft een bankrekening en het is vooral lastig om een buitenlandse rekening te openen. In de tweede plaats is het moeilijk de kosten van een bankrekening boven tafel te krijgen en op een goede manier te vergelijken. Tot slot, banken maken het nogal altijd lastig voor consumenten om simpel en foutloos over te stappen.

Vandaar dat eurocommissaris Barnier van Interne Markt en Borg van Consumentenbeleid deze week wetgeving hebben ingediend. Elke Europeaan krijgt het recht om een soort basisbankrekening te openen. Daarnaast zal in elke lidstaat een website beschikbaar komen waarop de tarieven van banken eenduidig vergeleken kunnen worden. Dit laatste initiatief is zeer positief. Het zal wel een taak worden voor de nieuwe Autoriteit Consument & markt, maar ik verwacht dat ook commerciele aanbieders als www.bankenvergelijking.nl in dit gat zullen springen.

Overigens scoort het Nederlandse bankwezen bijzonder goed in een vergelijkende onderzoek van de Europese Commissie. Nederland heeft de laagste kosten van alle 27 landen voor betalingsverkeer en scoort het hoogst op transparantie en begrijpelijkheid. Wij scoren echter maar gemiddeld als het gaat om het overstappen naar een andere bank. Er is een overstapservice van de banken, maar de banken tonen weinig initiatief om deze service onder de aandacht te brengen.  De Europese Commissie wil nu in wetgeving vastleggen dat een overstap binnen 15 dagen foutloos wordt gerealiseerd.

Jammer dat de Commissie op dit punt een grote kans laat liggen. Wat namelijk echt helpt om over te stappen is ‘nummerportabiliteit’, dat heeft de telecom-industrie wel bewezen. Maar de bankenlobby heeft hier goed gewerkt en Barnier is gewoon gezwicht, ondanks de ronkende persberichten. Volgens onderzoek van World Retail Report overweegt 25% van de Nederlandse consumenten van bank te wisselen omdat zij ontevreden zijn. Nummerportabiliteit zou de druk om betere dienstverlening te geven, aanzienlijk kunnen vergroten.

Robin Hood (column BNR 6 mei)

In 2010 werden ingrijpende maatregelen getroffen om de banken en de financiële markten te beteugelen. Zij waren immers aangewezen als de zondebokken van de crisis. Onder aanvoering van Duitsland en Frankrijk,  besloten elf Europese landen onder andere een een Financiële Transactie Tax in te voeren.

Deze transactiebelasting wordt ook wel een Robin Hood belasting genoemd. Dat klinkt sympathiek. Steel van de rijken, d.w.z. de banken en geef het aan de armen. Helaas, de werkelijkheid is weerbarstiger en daar komen we in 2013 achter. De eerste ervaringen met de transactiebelasting  in Frankrijk laten namelijk zien dat de banken de heffing gewoon doorbelasten aan de klanten van de banken. Dat was natuurlijk niet de bedoeling!

Engeland voert de oppositie aan. Vanzelfsprekend gaat het hier om eigenbelang. De ‘City’ met haar vele buitenlandse banken zal zwaar getroffen kunnen worden. Maar Engeland heeft nóg een punt. De Europese Commissie heeft namelijk een verborgen agenda. De commissie wil graag een eigen belasting hebben en wil niet elke keer met de pet in de hand naar de lidstaten.

Wat is het standpunt van Nederland? Ondanks een ronduit vernietigend rapport van het Centraal Plan Bureau was Nederland in eerste instantie vóór de heffing. De politiek zag haar kans schoon om lekker wat zand in de raderen van het in hun ogen nutteloze, speculatieve Flitskapitaal te gooien.

Maar de schrik was groot toen bleek dat onze heilige koe, de collectieve pensioenfondsen, óók moesten gaan meebetalen. De polderlobby kwam in actie. En dus wil Nederland nu een uitzondering hebben voor de pensioenfondsen. Dat particuliere beleggers en pensioenverzekeraars, die óók beleggen voor hun pensioen, wel zullen bloeden, wordt voor kennisneming aangenomen.

En de polderlobby is nu koortsachtig op zoek naar argumenten voor de uitzondering. Zo gaat de PVDA plotseling onderscheid maken tussen ‘geduldig’ kapitaal en ‘flitskapitaal’ zonder duidelijk te maken waar precies de grens ligt. Want als het ABP transacties uitvoert in een ‘anonieme’, ongereguleerde  ’dark pool’, is dat dan flitskapitaal of geduldig kapitaal? 

Het weinig principiële gedraai van Nederland maakt duidelijk dat het belasten van transacties een heilloze en bureaucratische weg is. Beter is de al ingevoerde bankenbelasting zo vorm te geven dat banken met risicovolle activiteiten zwaarder worden belast. Dat zet echt zoden aan de dijk

 

 

 

 

 

 

Niet zaaien, maar rooien (column BNR 29 april)

Ik ben geen fan van Wijffels, de oud-CEO van de Rabobank en tegenwoordig het boegbeeld van duurzaam Nederland. Ik krijg altijd de kriebels van zijn verhullend taalgebruik, dat doorspekt is met ‘boerenleenbanktaal’. Zo is Wijffels voorzitter van een belangrijke bancaire commissie, die een blauwdruk moet maken van een nieuwe structuur van het Nederlandse bankwezen. We horen niet veel over de voortgang van deze zwaar bemenste commissie, maar deze week zei Wijffels dit; “de grond is zodanig geploegd dat er vruchtbaar gezaaid kan worden”. Pardon, gezaaid? Om in de beeldspraak van Wijffels te spreken, “moet er niet eerst eens flink gerooid gaan worden”. Het probleem van het Nederlandse bankwezen is toch dat de paar banken die nog over zijn, veel te groot zijn in relatie tot de Nederlandse economie?

Nee, dan was Piet Moerland, de huidige CEO van de Rabobank, opvallend duidelijk tijdens een bijeenkomst van het Sustainable Finance Lab. Het splitsen van banken zal de retailbanken niet  ineens veiliger maken. Wat Moerland eigenlijk zegt is dat wij door de impliciete en expliciete garanties van de belastingbetalers in slaap zijn gesust en denken dat bankieren risiscoloos kan zijn en  tegelijkertijd een rendabel verdienmodel kan worden gerealiseerd. Kredietverstrekking is nooit risicoloos, het is een goede wake-up call van Moerland.

De consequenties zijn verstrekkend. De Cyprus-template van Dijsselbloem is deze week Lobith gepasseerd. En Moerland gaf er direct cijfers bij. Om de belastingbetaler niet te laten opdraaien voor RABO zal 40% tot 50% van de creditzijde van de balans ingezet moeten worden voor verliesabsorptie. Houd u even vast. Dat is een bedrag tussen de 283 miljard en 354 miljard. Bij een huidig eigen vermogen van 28 miljard, zullen niet alleen alle obligatieleningen van RABO omgezet worden in aandelenvermogen, maar ook een deel van het spaargeld. En dan heeft RABO op dit moment een relatief hoog eigen vermogen.

Het lijkt een kansloos voorstel. Zullen de financiers van banken, o.a. uw pensioenfondsen, akkoord gaan met zulke slechte leningsvoorwaarden. Vaststaat dat dan de fundingkosten sterk zullen stijgen en dat is weer slecht voor de winst en dus ook voor het eigen vermogen.

De oplossing ligt, naast het vergroten van de weerbaarheid, waarschijnlijk toch in kleinere bankbalansen. Dat is te realiseren door meer concurrentie op de Nederlandse markt toe te staan. Dijsselbloem heeft toegezegd met een notitie voor de zomer te komen. Ik ben benieuwd. En wie weet komt zaaier Wijffels in juni met een mooie oogst op te proppen. Dan neem ik zijn taalgebruik op de koop toe.

 

 

Beschermingsfactor van de Bitcoin (Column BNR 22 april 2013)

Deze week was de digitale munt Bitcoin volop in de publiciteit. Niet vreemd, want sommige spaarders zijn zich doodgeschrokken van het idee dat overheden zomaar even uw spaargeld kunnen afromen als de banken in de problemen komen. Dan zoek je naar bescherming en Bitcoin lijkt die bescherming te kunnen geven. Gevolg: de koers schoot omhoog van 50 euro naar 200 euro, maar helaas voor de bezitters, ook weer terug naar de 50 euro. Voorstanders roepen al dat dit het einde van het bankwezen is. Tijd voor een analyse en wat veldwerk.

Je kan op 2 manieren naar Bitcoins kijken. Eerst als belegging. Lastig. Bitcoins geven geen rente en hebben geen industriële toepassing zoals goud. De waarde is 100% arbitrair. Een beetje ‘wat de gek ervoor geeft’ en dus als belegging zeer onzeker. Bovendien, als er meer van dit soort virtuele munten komen, zoals bijvoorbeeld Ripple, dan kan de waarde snel dalen.

Interessanter is de Bitcoin als betaalmiddel. Eerst open je een soort rekening, wallet genaamd. Niet bij een traditionele bank, maar op je computer of ergens op internet. Toegang tot je rekening heb je via een unieke sleutel, een getal van 34 cijfers. Vervolgens kun je goederen kopen en geld overmaken.

Ik heb het zelf geprobeerd. Het openen van de rekening is lastig, zeker als je weinig affiniteit hebt met computers. Het jargon is voor gewone mensen onbegrijpelijk. Maar, en daarin geef ik de Bitcoins-believers gelijk, je hoeft op geen enkele manier je echte identiteit prijs te geven. Dat zal het zeker interessant maken voor sommige gebruikers en straks ook voor de belastingdienst.

Míjn grootste bezwaar is de veiligheid. Als iemand jouw privé-sleutel kent, dan kan je rekening worden leeggeroofd. Dat lijkt mij een uitnodiging voor hackers. Het lijkt in die zin op de Chipknip. En anoniem zijn is een voordeel, maar óók een nadeel. Mocht je je privé-sleutel verliezen of vergeten, dan ben je de sigaar.

Is het een gevaar voor de bestaande banken? Laat ik voorop zeggen dat innovaties als Skype, What’s app en Napster óók werden gebagatelliseerd. Maar financiële relaties tussen consumenten met uitschakeling van traditionele tussenpersonen, gaan niet m eer weg en dus moeten de banken op hun hoede zijn. Het overboeken gaat echt razendsnel en de kosten zijn heel laag.

Bitcoins zijn een mooi experiment, zeker voor ‘early adapters’. Als het de banken onder druk zet om te innoveren, perfect. Ikzelf geef vooralsnog mijn bank het voordeel van de twijfel.

 

Digitaal advies? (Column BNR 15 april 2013)

Op 1 april zond Tegenlicht de zeer inspirerende uitzending Overvloed uit, waarin de mogelijkheden van nieuwe technologieën  op ons dagelijkse leven werden verkend. Even niet de gevaren, zoals cyberaanvallen op onze banken, maar toepassingen die op menselijke schaal toepasbaar zijn.  Aan het woord kwam Walter de Brouwer, die een scanner heeft ontwikkeld die zeer accuraat thuis een eerste diagnose van uw gezondheid kan geven. Het apparaat geeft vooral informatie en kan daarmee mensen gerust stellen. Als er echt iets mis is, dan moet je nog steeds naar een dokter. De Brouwer stelde zich de vraag; “zal het de menselijke dokter vervangen?”. Het antwoord was: “nee, maar voor simpele diagnoses wél”.

De vervanging van adviseurs door computers kan voor de beroepsgroep als zeer bedreigend overkomen. Dat heb ik aan de lijve  ondervonden toen ik vorige week een interview gaf aan Assurantie Magazine, hét vakblad voor assurantie-tussenpersoon. Ik schetste daar een toekomstbeeld waarbij een standaard hypotheekadvies niet meer door een mens wordt gedaan, maar een applicatie. Ik had daar twee goede redenen voor.

In de eerste plaats zal een online hypotheekadvies veel goedkoper zijn dan het advies van een adviseur van vlees en bloed. Ik vraag mij af of consumenten bereid zijn bij drie banken een offerte op te vragen als er dan ook drie maal zeg eens 2000 euro voor betaald moet worden? In de tweede plaats zal een digitale adviseur de zorgplicht beter kunnen invullen. Een computer is rechtlijnig en compromisloos en zal op basis van dezelfde gegevens altijd tot hetzelfde oordeel komen.

Voordat u stuiterend van ongeloof de radio uitzet, ik denk echt niet dat alle hypotheekadviezen digitaal gaan. Er zal altijd een rol blijven voor de menselijke adviseur, bijvoorbeeld omdat het een zeer complex advies betreft, zoals bij scheidingen, of omdat mensen nu eenmaal graag met een mens in gesprek zijn. Maar dán moet u er wel voor willen betalen.

Gaat het gebeuren? Ik denk het wel. Mijn oude bank Alex is zeer succesvol met online vermogensbeheer. Het bedrijf Eyeopen biedt sinds begin 2013 electronisch hypotheekadvies aan. Het is versie 1.0 en staat natuurlijk allemaal nog in de kinderschoenen, maar het past in de trend van meer zélf doen. AFM-baas Kockelkoren was er vorige week in BNR’s Newsroom ook duidelijk over.

Ik roep de hypotheekadviseurs op om de Tegenlicht-uitzending nog eens met open vizier te bekijken. Niets is dodelijker voor innovatie en gevaarlijker voor het voortbestaan van uw bedrijf dan uw kop in het zand te steken.

 

 

Stoere Taal (column BNR 8 april 2013)

gesproken column

 

Beleggers in banken weten het al jaren. Mijd bankaandelen in tijden van laagconjuctuur. De beurskoersen staan vaak onder de zichtbare boekwaarde van de banken, wat betekent dat aandelenbeleggers die zichtbare boekwaarde niet vertrouwen. Niet vreemd als je weet dat banken nog veel vastgoed op de balans hebben staan en dat de werkelijke waarde daarvan lastig is in te schatten. Ook de obligatiehouders weten sinds de ‘Dijsselbloem-doctrine’ waar ze aan toe zijn en nemen hun maatregelen. De risicopremies op Europese banken nemen snel toe. Dit geldt niet alleen voor de achtergestelde obligaties maar ook de zogenaamde seniors. Zelfs onze nationale trots, de RABO-bank loopt nu deuken op en is haar onaantastbare triple A positie kwijtgeraakt. Ook RABO moet meer gaan betalen voor haar funding. Dit zal het herstel van de woningmarkt niet echt helpen.

Obligatiebeleggers moeten dus weer net zoals vroeger hun huiswerk gaan doen en kunnen niet meer achterleunen  en de coupon met impliciete staatsgarantie binnen harken. Niet dat ik medelijden met ze heb. Beleggen is een vak en voor een deel een keuze. En obligatiebeleggers kunnen de hulp inroepen van de rating-agencies. Het is wellicht cynisch, maar de koers van bijvoorbeeld Moody’s is sinds februari met 22% gestegen. De een z’n dood, is de ander z’n brood.

Dit ligt anders voor de spaarder. Sinds Dijsselbloem’s domme uitspraken bestaat de kans dat ook spaarders op drift gaan raken. Dijsselbloem heeft mazzel dat veel spaargeld vast zit in termijndeposito’s en pas over enkele maanden zal vrijvallen. Zeker spaarders met saldi boven de 100.000 euro zullen ook zeer zorgvuldig hun bank moeten gaan selecteren. En dan rijst de vraag; ‘hoe doe je dat?’.

Van spaarders kan niet verwacht worden dat zij de balansen van banken kunnen doorgronden. Dat hoeft ook niet, want in Europa hebben we daarvoor de European Banking Authority opgericht. Deze organisatie organiseert de stresstesten van banken, die een goed beeld zouden moeten geven van de gezondheid en robustheid van de banken. Helaas is haar het ‘track-record’ abominabel. Dexia was vlak voor haar failliesement kerngezond, SNS slaagde, weliswaar met een 6 min en, echt waar,  de Cypriottische banken hebben allemaal de test met glans doorstaan. Met dit soort broddelwerk kun je niet verwachten dat burgers de banken weer gaan vertrouwen.

Ik deel het standpunt dat beleggers en spaarders een eigen verantwoordelijkheid hebben, maar dan mag van de autoriteiten worden verwacht dat zij minimaal hun werk eens goed gaan doen. Tot dat moment is stoere taal volledig ongepast en contra-productief.

Een merkwaardige spagaat (column BNR 1 april 2013)

gesproken column

 

De uitspraken van eurogroep-voorzitter Dijsselbloem hebben mij als columnist in een merkwaardige spagaat geplaatst. Al jaren schrijf ik met enige regelmaat blogs waarin ik mij onomwonden uitspreek voor het meebetalen van alle kapitaalverschaffers aan de redding van banken en het op de schop nemen van het depositogarantiesysteem. En dan is er plotsklaps een nieuwe eurogroep-voorzitter, die die dingen gewoon bij de naam noemt en niet zoals zijn voorganger met ‘meel in de mond’ praat.En toch kan ik mij toch niet volmondig aansluiten bij “team-dijsselbloem”, laat staan meehelpen een standbeeld voor hem op te richten.

Ligt dit aan uw columnist die niet gewoon de loftrompet over iemand kan afsteken of zijn er goede argumenten te geven om genuanceerd te blijven?

Dijsselbloem heeft volkomen gelijk als hij zegt dat de senioriteitsladder weer tegen de gevel van de banken moet worden geplaatst. De volgorde is glashelder: eerst de aandeelhouders, dan allerlei soorten obligatiehouders en dan de spaarder. Jazeker, ook de spaarder, want dat is gewoon een kredietverschaffer en die heeft daar een adequate rentevergoeding voor gekregen. En helemaal achteraan komt de belastingbetaler. Het zal het risicobesef terugbrengen en dat is goed voor het functioneren van de financiele markten. Een gekoppeld aan het aanzienlijk terugbrengen van het maximumbedrag van het depositogarantiesysteem, zal het allerlei ‘free-riders’ als bijvoorbeeld de Leaseplanbank, de nek omdraaien en ruimte geven voor banken die een conservatief risicobeleid voeren.

Waar zit dan de terughoudendheid? 3 redenen.

In de eerste plaats was binnen Europa de ‘weg Dijsselbloem’ allang  ingeslagen. Het rapport Liikamen was helder en duidelijk. In 2018 zouden obligatiehouders en onverzekerde deposito’s meebetalen. De Denen hebben een paar jaar geleden al de stap genomen senior-obligatiehouders te onteigenen. Waarom voor je beurt spreken en de financiele markten de stuipen op het lijf jagen?

In de tweede plaats heb ik twijfels over Dijsselbloem als kampioen van de belastingbetaler. In Nederland heeft hij bij de redding van SNS niet de gewone obligatiehouders laten meebetalen, laat staan de spaarders. Nee, de belastingbetaler mocht 3,8 miljard dokken. Reden? Op Cyprus lopen geen Nederlandse kiezers rond.

Tot slot, achter Dijsselbloem doemt de Duitse minister van financien op. De Duitse visie echoot door. Ieder land moet zijn eigen bankenproblemen maar oplossen zonder Europees steungeld. Dat is de bijl leggen aan een gemeenschappelijke Europese kapitaalmarkt. Daar is de ECB niet blij mee en juist deze instelling heeft gezorgd voor de ‘relatieve rust’ waardoor Dijsselbloem, naar eigen zeggen, zijn uitspraken kon doen. En ruzie met de ECB is echt het laatste wat Europa nodig heeft.

 

Technocratische arrogantie (column BNR van 25 maart 2013)

gesproken column

 

In de Europese besluitvorming geldt blijkbaar de regel: hoe kleiner het probleem, hoe groter de fouten die gemaakt worden. Het besluit van de Eurogroep om twee weken het depositogarantiesysteem ter discussie te stellen is een communicatie-blunder van de eerste orde. Een beslissing die niet alleen deze weken paniek zal veroorzaken, maar, mark my words, nog jaren zal door etteren en veel niet bedoelde neveneffecten zal oproepen. En dat enkel en alleen om een landje met een economie van 18 miljard te helpen.

Nou zijn de ministers van financien met hun voorzitter Dijsselbloem echt niet dom. Het moet dus het iets anders zijn. Ik denk technocratische arrogantie. Want uiterlijk onbewogen legt Dijsselbloem het allemaal nog eens uit: het depositogarantiesysteem is helemaal niet opgeblazen. Het is gewoon een belasting op spaargeld. Wat zeuren jullie nu, niets bijzonders toch? Cyprus garandeert nog steeds uw 100.000 euro, jammer dat u nu nog maar 93.250 of 90.100 euro bezit. Dat heeft niets met ons mooie depositogarantiesysteem te maken.

Ze moeten echt gedacht hebben dat de burger gek is. Nou , dat is ie niet. Door de belastinggrens van 6,75% of 9,9% precies bij 100.000 euro te leggen, was het voor iedereen direct duidelijk. Het is gedaan met de bankengarantie op spaargeld. De Nederlandse spaarder wist dat overigens al sinds het SNS-debacle. Daar had namelijk het garantiesysteem wel in werking moeten treden, maar dat konden onze banken niet trekken. Daarom werden de achtergestelde obligatiehouders onteigend. De spaarders kwamen toen nog met de schrik vrij.

Dat zou door het Cyprus-incident wel eens kunnen veranderen. Het lijkt erop dat politici de schaamte voorbij zijn. Het afromen van spaargeld is ook van een heerlijke eenvoud. En Cyprus is echt niet nieuw. Samsom zei vorig jaar, wellicht in een vlaag van verstandsverbijstering, dat deposito’s boven de 150.000 euro, ‘dood geld’ zijn en fiscaal geconfisqueerd moeten worden.

Het is voor mij onbegrijpelijk dat politici niet snappen dat het hier draait om het vertrouwen van de burger in een overheid die zich aan spelregels houdt. De overheid heeft de burger keer op keer verzekerd dat spaargeld tot 100.000 euro bij de banken veilig is. En dat belastingen op vermogen via de democratische weg moeten lopen.

Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat het huidige depositogarantiesysteem moet veranderen. Het maakt burgers blind voor risico’s en wentelt deze risico’s af op belastingbetaler. Het garantiebedrag moet omlaag en verzekerde deposito’s zouden eigenlijk een lagere rente moeten hebben. Allemaal waar, maar het belangrijkste is dat burgers de kans krijgen te anticiperen op deze veranderingen. En dat is de verantwoordelijkheid van politici.

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen cadeautjes voor de banken (BNR column van 18 maart 2013)

gesproken column

Als Nederland het niet meer weet, dan roepen we om een ‘nationale oplossing’. De overheid als reddende engel. Niets nieuws onder de zon. Toen eind jaren zeventig onze grote concerns geen druppel krediet meer konden krijgen, verstrekte de Nationale Investeringsbank namens de overheid op grote schaal achtergestelde leningen. Het zal daarom wel geen toeval zijn dat een vertegenwoordiger van de inmiddels geprivatiseerde NIBC nu met een Nationale Hypotheekbank op de proppen komt. Reden? Het vlot trekken van de hypotheekmarkt en in haar kielzog de woningmarkt.

Deze Nationale Hypotheekbank gaat  obligaties met staatsgarantie uitgeeft en dat geld kan vervolgens doorgesluisd worden naar banken die hypotheken met overheidsgarantie willen verstrekken. Het idee is dat pensioenfondsen deze obligaties gaan kopen.

Is het een goed plan? Wél voor de hypotheekmarkt en de banken, níet voor de huizenmarkt en zeker niet voor de starters. Het gebrek aan financiering is het probleem gewoon niet. Er wordt tegen de klippen op gespaard en ondanks alle gemor over een vermeende te hoge hypotheekrente, staat de hypotheekrente niet historisch hoog. Voor starters zijn de huizen gewoon te duur en het vertrouwen om een lening aan te gaan is er nog even niet. Een consument of bedrijf gaat geld lenen als er vertrouwen is dat het terugbetaald kan worden. Keynes schreef het al in 1936.

Een Nationale Hypotheekbank kan echter wel een nuttige functie vervullen. Nederland is op dit moment eigenlijk één groot hedgefund. Aan de ene kant heeft de burger een schuld van 670 miljard aan de banken, aan de andere kant heeft diezelfde burger een spaar-en pensioenoverschot van 1150 miljard, dat maar voor een klein deel bij de banken is gestald. De banken hebben dus een financieringsprobleem en dat wordt voor een deel opgelost.

Bovendien kan het uitgeven van staatsgegarandeerde pandbrieven, net als in Denemarken, zorgen voor een zeer liquide en transparante markt. En als het rendement iets hoger ligt dan een gewone staatslening, dan zal dat zeker beleggers aantrekken.

Dat hogere rendement zal dan wel door de banken betaald moeten worden. Het fundingprobleem was een vrije keuze van de banken; ze konden er goed aan verdienen. Het is mij altijd al een raadsel geweest waarom wij de banken hypotheken met staatsgarantie laten verkopen. Commerciele banken zijn er om risico’s te nemen en dáár mogen ze voor beloond worden. Het cadeautje dat de banken nu ontvangen, zal dus voor een belangrijk deel teruggegeven moeten worden aan de beleggers en hypotheekgevers.

Dan kunnen banken hun kernactiviteit weer oppakken, het verstrekken van krediet aan bedrijven. Daar is genoeg werk aan de winkel.

Bankbonussen afschaffen heeft geen zin (BNR column van 11 maart 2013)

gesproken column

Het hoge woord moet er uit. Ik ben een voorstander van bonussen. Dat is geen populair standpunt. Veel politici en opinie-leiders denken dat als we de bankiers hun bonussen afpakken, alles goed zal komen en er nooit meer banken-crisissen zullen plaatsvinden. Was het maar zo simpel. Het failliet van de hypotheekbanken begin jaren tachtig had niets met excessieve beloningen  te maken.

Nu ga ik mijzelf wel direct indekken. Een bonus is niet hetzelfde als een variabele beloning en dit géén taalkundig geknutsel.

Ik heb de bonus altijd gezien als éénmalige beloning voor een zeer uitzonderlijke prestatie. De variabele beloning moet echt een wezenlijk onderdeel van het beloningssysteem zijn. Dus geen discretionaire bedragen die nog wel eens op subjectieve gronden worden toegekend, maar een systeem waar de criteria in beton zijn gegoten en waarover regelmatig door werkgevers en werknemers wordt gesproken.

De huidige bonusdiscussie staat bol van de emotie en lijkt gevoed te worden door de toekenning van de miljoenenbonussen in Engeland en de VS of door de ophef over de extreme beloning van een Zwitserse topman die niet kunnen worden teruggehaald bij wanbeleid. Ik ben bang dat wij het kind met het badwater weggooien. Daarom wil ik een lans breken voor de variabele beloning, óók bij banken.

Banken gaan moeilijke tijden tegemoet. Het verdienmodel, dat door de toezichthouder is ingesponnen als een cocon, staat op de tocht. En banken zullen alle zeilen moeten bijzetten om eigen vermogen te vergroten. De loonkosten zijn 47% van de totale kosten. Banken nu opzadelen met hoge vaste loonkosten is dan echt het verkeerde signaal. Banken zijn juist gebaat bij een flexibele loonschil die meeademt met de verlies en winst rekening.

Daarnaast ben ik er van overtuigd dat een variabele beloning waar in principe iedereen voor in aanmerking komt, gebaseerd is op zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria en mét de mogelijkheid om de beloning terug te halen, het beste uit mensen haalt om het bedrijf succesvol te maken en de concurrent te verslaan.

Ik was daarom blij verrast door het Zwitserse referendum. Geen tekengeld en aanblijfpremies meer en de aandeelhouder beslist, een uitstekend idee. En het Europese voorstel voor een variabele beloning gelijk aan 1 jaarsalaris komt mij óók alleszins redelijk voor. Jammer dat Dijsselbloem met 20% weer strenger wil zijn en daarmee de indruk wekt eigenlijk tegen elke vorm van een variabele beloning te zijn. Het debat zou niet over de hoogte van de beloning moeten gaan, maar over de voorwaarden waaronder haar toe te kennen.