In een studie van Robert Mosch en Henriette Prast, gepubliceerd in het Kwartaalbericht DNB van juni 2009 naar de relatie tussen het consumentenvertrouwen (confidence) en vertrouwen (trust) in de financiele sector, is gebleken dat er een nauwe relatie bestaat tussen het vertrouwen in de economie en het vertrouwen in de institutionele infrastructuur van Nederland.
Uit het onderzoek (periode 2003-2006) kwam naar voren dat het onderling vertrouwen van mensen in Nederland erg hoog is, zowel in relatie tot buitenland als vanuit historisch perspectief. Het onderzoek geeft aan dat als mensen elkaar vertrouwen, zij ook meer vertrouwen hebben in instituten als bankwezen, DNB, euro, parlement, sociale zekerheid.
Er bestaan echter grote verschillen. Nederlanders hebben relatief weinig vertrouwen in de euro, het parlement en sociale zekerheid. Hoog scoren DNB en het bankwezen, ondanks het feit dat een grote bank problemen had. Op micro-niveau is het opvallend is dat er een hoge mate van correlatie is tussen vertrouwen in het parlement en DNB. Vertrouwen in banken en de Euro worden sterk bepaald door het vertrouwen in het parlement.
Consumenten met een vertrouwen in de banken zijn positiever over de gang van zaken in de economie. Voor bankiers ligt hier dan wel een uitdaging. Ze hebben de economie over de afgrond geduwd, ze kunnen de economie ook weer aan haar haren uit het moeras trekken.
Lees ook:Nederland hoeft in 2014 minder te lenen
Lees ook:De markt is nog niet klaar voor mobiel betalen
Lees ook:CPB: huidige recessie toch niet de ‘grote recessie’ ?
Lees ook:Toegang VS tot Europese bankgegevens niet in achterafkamertjes goedkeuren
Lees ook:Niet zaaien, maar rooien (column BNR 29 april)