Alleen meer concurrentie zal het ‘woekerpensioen’ doen verdwijnen

De AFM heeft de zorgplicht onderzocht bij pensioenverzekeraars die aan hun klanten (enige) beleggingsvrijheid geven en het resultaat is bepaald niet bemoedigend. Dat komt voor mij niet als een verrassing. Na de ‘woekerpolis’was het wachten op het ‘woekerpensioen’. Het onderzoek van de AFM richt zich overigens alleen op het bepalen van het klantenprofiel en de periodieke rapportages. Het wachten is nu op het onderzoek naar de kostenstructuur en ook hier zal blijken dat de pensioenverzekeraars niet het optimaliseren van de financiele positie van de klant voor ogen hebben, maar hun eigen resultatenrekening. Naar mijn mening is de enige oplossing meer concurrentie in de markt. Toezichthouders moeten het veel eenvoudiger maken deze markt te kunnen betreden.

De AFM heeft pensioenverzekeraars een online vragenlijst in te vullen. 31 pensioenverzekeraars hebben meegedaan; 15 pensioenverzekeraars bieden de klant enige vrijheid bij het beleggen en is de zorgplicht van toepassing. De score voor de zorgplicht is uitgekomen op 64% (doelstelling is 100%). De AFM heeft zich al eerder kritisch uitgelaten over de zorgplicht (zie mijn blog van 4 augustus: “de varkenscyclus bij het klantprofiel“).

Daarnaast heeft de AFM geconstateerd dat de periodieke rapportages tekort schieten. Pensioenverzekeraars dienen ‘tijdig’ een zogenaamde UPO (uniforme Pensioenoverzichten) te verzenden. Let op ‘tijdig’ is zelfs voor de AFM dat pas in het derde (3) kwartaal van een bepaald jaar het UPO van het jaar daarvoor dient te zijn verzonden.

De markt voor pensioenen waarbij het beleggingsbeleid deels wordt ingevuld door de klant zelf is niet klein. Circa 750.000 mensen hebben een dergelijke polis. Zoals ik al eerder heb betoogd is dit eigenlijk het werkterrein van de vermogensbeheerder en niet van de verzekeraar. Klanten worden naar de verzekeraar getrokken omdat er een fiscale impuls is (box 1 i.p.v. box 3). Vermogensbeheerders zijn dan ook veel beter toegerust om deze doelgroep (nogmaals: klanten die deels zelf willen beleggen, dan wel advies krijgen over beleggen) te bedienen.

Om deze reden ben ik ook een grote voorstander van ‘bankverzekeren’ (zie mijn blog van 6 juli: “bankverzekeren is goed voor de klant“). Het samenwerkingsverband tussen Robein en BinckBank (zie blog van 23 juni) zou een opmaat moeten zijn voor meer concurrentie in deze gesloten markt en partijen als Alex en Binck weten wel hoe ze z’n markt moeten openbreken (kosten, marketing, klantvriendelijkheid).

Uiteindelijk is de oplossing dat er meer concurrentie gaat komen in de verzekeringsmarkt. Helaas zijn er weinig initiatieven te bespeuren. De laatste onafhankelijke verzekeraar, Robein, is onlangs in zwaar weer terecht gekomen (door foutieve beleggingen met het eigen vermogen) en overgenomen (tegen haar zin) door Van Lanschot. Toezichthouders moeten de drempels om een pensioenverzekeraar te starten zo laag mogelijk maken. Aan de andere kant, private equity zal bereid moeten zijn initiele funding ter beschikking te stellen. De markt is groot genoeg en de marges zijn zelfs bij een halvering van de huidige marges, nog steeds zeer ruim.

Wie pakt de handschoen op?

Lees ook:26 januari 2012: de “pensioenbattle tussen PPI’s en Pensioenverzekeraars”
Lees ook:ingezonden brief in FD (van 1 april) over het woekerpensioen
Lees ook:Execution Only (column BNR 27 mei 2013)
Lees ook:Discussie over beloning van tussenpersonen: waarom is antwoord minister zo schimmig?
Lees ook:Verzekeraars, maak je borst maar nat, er wordt aan de poort gerammeld

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.