Donner neemt in pensioenvraagstuk een rigide standpunt in (en zeker niet in belang van pensioengerechtigde)

In een antwoord op vragen van SP-lid Irrgang aan minister Donner (7 juni; zie hier link) m.b.t. de compensatieregeling voor woekerpensioenen stelt Irrgang ook de vraag wat de minister vindt van van de suggestie om bansparen open te stellen voor pensioenproducten. Het antwoord is ‘verbijsterend’. Of de minister neemt een sterk juridisch getint standpunt in of de minster wil de pensioenfondsen en verzekeraars beschermen tegen partijen die een veel goedkoper en transparanter product willen aanbieden.

Wat was antwoord van de minister: “Voor vermogensopbouw voor de oude dag in de derde pijler is banksparen mogelijk. In de tweede pijler is vanuit de optiek van bescherming van de deelnemer in de Pensioenwet dwingend voorgeschreven dat een ouderdomspensioen levenslang moet zijn. Omdat bankspaarproducten niet voorzien in een afdekking van het langlevenrisico acht het kabinet de gedane suggestie voor de tweede pijler onwenselijk”.

Het antwoord is juridisch juist, maar het had de minister gesierd als hij wat creatiever op de vraag van Irrgang had geantwoord. Immers, het levenslange gegarandeerde pensioen staat nu juist deze weken volop in de belangstelling, waarbij het bedrijfspensioen steeds meer op een individuele levensverzekering gaat lijken en het beleggingsrisico steeds meer bij de deelnemer zal komen te liggen. En juist bij die variant is het bankspaarproduct zeer populair omdat het veel goedkoper is dan een levensverzekering en veel eenvoudiger te begrijpen is voor de deelnemer.

Er is overigens ook een niet al te lastige oplossing mogelijk. Lans Bovenberg, partijgenoot van Donner, heeft in ‘pensioenvisie’ van FD Selections  (zie hier link) van 2 juni een lans gebroken om de opbouwfase los te koppelen van de uitkeringsfase.

In de opbouwfase draait alles om beleggen en een zo hoog mogelijk rendement behalen, binnen vastgestelde risicogrenzen. Bij het rendement spelen de kosten een doorslaggevende rol (vele studies hebben dit uitgewezen) en dus zou het bankspaarproduct in de opbouwfase een zeer toepasbaar product kunnen zijn. Separaat kan de deelnemer een overlijdingsrisicoverzekering afsluiten op maat bij de goedkoopste aanbieder.

In de uitkeringsfase komt het verzekeren om de hoek kijken. De opgebouwde pot wordt bij een verzekeraar ondergebracht en deze verzekeraar neemt het langlevenrisico over. Vanzelfsprekend kan juist een verzekering beide producten aanbieden, mits de verzekeraar een bancaire vergunning heeft (de meeste hebben dat).

Op deze wijze is geborgd dat de pensioendeelnemer het ‘beste’ pensioen kan opbouwen. Het biedt de mogelijkheid dat door concurrentie op de markt (via banksparen) de kosten dalen en het product beter wordt. Het antwoord van Donner bevestigt de ‘status quo’ (van veel te dure pensioenfondsen en verzekeraars) en geeft blijk van een zeer conservatieve houding.

Lees ook:Discussie over beloning van tussenpersonen: waarom is antwoord minister zo schimmig?
Lees ook:Overheid verpolitiekt de pensioenproblematiek
Lees ook:Donner wil pensioeninformatie verbeteren: een goede zaak
Lees ook:Ik ben niet de enige: “negeer de minister”
Lees ook:Bos vindt de Royal AEX-obligaties van RBS gelukkig ook beleggen en niet sparen

5 reacties op “Donner neemt in pensioenvraagstuk een rigide standpunt in (en zeker niet in belang van pensioengerechtigde)

  1. Maarten Koster

    In de huidige fiscale pensioenpraktijk, zullen beide onderdelen (moderne vermogensopbouw en risicodekking) wel bij een verzekeraar moeten worden ondergebracht in het geval van het meeverzekeren van een nabestaandenpensioen in de opbouwfase. Het benodigde kapitaal hiervoor is immers afhankelijk van wat al voor het oudedagspensioen is opgebouwd. Verzeker je teveel, dan ontstaat er een bovenmatige (belaste) aanspraak, verzeker je te weinig, dan heb je een ander probleem. Dus of moderne opbouw bij verzekeraar, of juridisch dichtgetimmerde afstemming tussen bank of andere uitvoerder vermogensopbouw en verzekeraar.

      /   Beantwoorden  / 
  2. Peter

    Het is duidelijk dat Donner aandelen Aegon, Nationale Nederlanden etc. heeft.

    Gelukkig is het CDA afgerekend op dit soort gedrag!

      /   Beantwoorden  / 
    1. Maarten Koster

      Peter, ik vertrouw nog graag op het goede in de mens. Zeker in het geval van Donner, denk ik eerder dat het inflexibiliteit is, gecombineerd met koudwatervrees en vooral, groot conservatisme. Dat daarmee is afgerekend, daar ben ik ook blij mee. Laten we echter niet te vroeg juigen, er is voorlopig nog geen nieuw kabinet…

        /   Beantwoorden  / 
  3. Ring

    In de huidige fiscale pensioenpraktijk, zullen beide onderdelen (moderne vermogensopbouw en risicodekking) wel bij een verzekeraar moeten worden ondergebracht in het geval van het meeverzekeren van een nabestaandenpensioen in de opbouwfase. Het benodigde kapitaal hiervoor is immers afhankelijk van wat al voor het oudedagspensioen is opgebouwd. Verzeker je teveel, dan ontstaat er een bovenmatige (belaste) aanspraak, verzeker je te weinig, dan heb je een ander probleem. Dus of moderne opbouw bij verzekeraar, of juridisch dichtgetimmerde afstemming tussen bank of andere uitvoerder vermogensopbouw en verzekeraar.
    +1

      /   Beantwoorden  / 
    1. peter verhaar

      eens, maar trek beleggen en verzekeren wel uit elkaar: een goede verzekeraar biedt beide

        /   Beantwoorden  / 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.