Bankverzekeren is goed voor de klant

In het FD van 4 mei 2009 is een ingezonden brief van mijn hand geplaatst over de voordelen van bankverzekeren. De brief werd geschreven omdat er destijds stemmen opgingen, met name bij ING, mede ingegeven door het debacle bij Fortis, het bankverzekeren ter grave te dragen. Ik ben het daar niet mee eens. Overigens heeft ING uitgesproken dat het bankverzekerings-concept nog altijd recht overeind staat, zeker in de Benelux.
Hieronder staat nogmaals de ingezonden brief.

Het ogenschijnlijk mislukken van het concept van bancassurance ligt in mijn optiek in het miskennen van de (financiele) behoeften van consumenten. Als gedacht wordt vanuit de klant, dan ligt de combinatie van bankieren en levensverzekeren in 1 instelling juist voor de hand.
Klanten zijn op dit moment voor hun vrije beleggingen- in fiscale zin de box 3 vermogensbestanddelen- aangewezen op banken en vermogensbeheerders. Veelal worden daar ook de echte langlopende middelen als gevolg van tijdelijk niet-beleggen ondergebracht.

Consumenten hebben echter ook gebonden beleggingen, die voortvloeien uit pensioenverplichtingen, die als gevolg van de fiscale status van deze vermogens zijn ondergebracht in box 1. Het overgrote deel van deze beleggingen is ondergebracht bij verzekeringsmaatschappijen. In 2006 werd er voor 7,5 mrd op nieuwe lijfrentepolissen gestort.

In de juridische status van het vermogen is een groot verschil aan te wijzen. Zo staat het gebonden vermogen niet op naam van de consument, maar op naam van de verzekeringsmaatschappij. Verder kan de consument niet beschikken over het geld voor de vastgestelde einddatum. Niettemin zal de belegger in het dagelijkse beheer weinig onderscheid zien en willen zien met het niet-gebonden vermogen.

Beleggers willen in staat zijn hun totale vermogen online en realtime te kunnen inzien en dan liefst bij een en dezelfde financiele instelling. Op deze wijze kan ook het daadwerkelijke beleggingsrisico van de gehele portefeuille met al haar onderlinge verwevenheden goed in kaart worden gebracht.
Er zijn meer voordelen. Klanten die blijk geven goed in staat te zijn hun vrije vermogen zelf te beheren, kunnen relatief eenvoudig het gebonden vermogen ook zelf ter hand nemen, wat aanzienlijke kostenvoordelen tot gevolg heeft. Maar ook de belegger die het beheer van beide typen vermogens wil uitbesteden zal kostenvoordelen ervaren. Enerzijds omdat de financiele instelling schaalvoordelen heeft bij het beleggen, anderzijds omdat de financiele instelling die het vermogen beheert, het verzekeringsdeel- dat is de overlijdingsrisicoverzekering- extern zal kunnen onderbrengen bij de goedkoopste aanbieder. De kosten van beleggingspolissen zullen daardoor aanzienlijk lager kunnen worden dan de 2,5% die ombudsman Wabeke heeft voorgesteld.

De huidige praktijk van bancassurance is dat er niet vanuit de klant wordt gedacht, maar vanuit de behoefte van de instelling zelf. Als gevolg van de gescheiden distributiekanalen heeft de klant in het geheel geen baat gehad van de potentiele voordelen van het bancassurance-concept.
Het wordt tijd voor een financiele instelling die de behoefte van de consument centraal stelt.

Lees ook:Elsevier deze week: bankverzekeren, zijn langste tijd gehad?
Lees ook:Verschillen DNB en Bos van mening?: Deel 2 onderzoek DNB Ned. financiele stelsel
Lees ook:Echt iedereen wil meesnoepen uit de snoepdoos van minister Bos
Lees ook:Kantekeningen bij een slecht AFM rapport (column BNR 3 maart 2014)
Lees ook:Waarom willen banken toch altijd ‘praten’ op hun kantoor?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.