tekst Peter Verhaar in 2e kamer inzake Fintech/crowdlending

Ik zit hier namens Monefy, een bedrijf dat consumenten en het MKB een alternatief wil bieden voor een traditionele bancaire financiering. Omdat de financiering van deze leningen door beleggers, zowel institutioneel als privaat, worden gedaan, wordt deze activiteit ‘crowdlending’ genoemd.

Het verstrekken van krediet, inclusief hypothecaire leningen,  is een standaard bancaire activiteit.

Het ‘fintech’ karakter komt tot uiting in de diepgang waarmee de kredietbeoordeling plaatsvindt en de snelheid waarmee het krediet wordt toegekend. Het digitaliseren van het proces zorgt ook voor een concurrerende prijsstelling, zowel voor kredietnemer als belegger.

Monefy sluit hiermee aan op de brede wens in de EU om bedrijven en consumenten minder afhankelijk te maken van schaarse en dure bankfinanciering.

De financiering loopt niet via de bankbalans maar via de kapitaalmarkt. Beleggers gebruiken bijna altijd eigen vermogen in tegenstelling tot de bank, die spaargelden of risicovolle Wholesale Funding moet aantrekken voor de financiering.

Als gevolg hiervan zal het financiële systeem stabieler worden, waardoor bij een mogelijk faillissement van een financiële instelling de kosten niet worden afgewenteld op de belastingbetaler.

Crowdlending  geeft ook invulling aan de wens van spaarders en beleggers invloed te kunnen uitoefenen aan wie krediet wordt verstrekt.

Partijen als Monefy brengen diversiteit en concurrentie in het Nederlandse financiële stelsel. Concurrentie is met name in Nederland nodig met een extreme concentratie van bancaire diensten, 95% van de bankdiensten loopt via slechts 4 banken; de Autoriteit Consument en Markt heeft ons daar in 2014 én 2015 indringend op gewezen.

Het heeft mij dan ook verbaasd hoe lastig,  tijdrovend en vooral hoe kostbaar het was om een vergunning te verkrijgen voor kredietaanbieder én beleggingsonderneming. Hoewel, en ik begeef mij nu op gevaarlijk terrein, wellicht had het mij niet moeten verbazen, want wij beconcurreren de banken op hun kernproducten en dat beangstigd toezichthouders.

Wat mij vooral is bijgebleven is het ontbreken van overleg tússen de AFM en DNB. Gedurende het traject hebben wij geconstateerd dat AFM echt van goede wil is, maar met name DNB staat op grote afstand van de crowdlending-partijen en toont onwil om ruimte te geven aan nieuwkomers.

In onze Position Paper hebben wij enkele voorbeelden van deze barrières gegeven. Laat ik hier wel klip en klaar stellen dat wij voorstander zijn van strenge regelgeving, met andere woorden – geen ontheffingen maar ‘echte’ vergunningen- er ligt nu eenmaal een zorgplicht richting geldvragers en beleggers, maar dan wél graag consistentie in het vergunningentraject bij de Toezichthouders.

Tot slot, ik zou vooral de collega-kamerleden van Economische Zaken willen meegeven, dat het voor de groei van kredietverlening essentieel is dat consumenten en met name bedrijven de weg naar crowdlending gaan vinden, de uitspraak van Kamp op de voorpagina van het Financiele Dagblad van vandaag helpt dan echt niet.

Los komen van de bank, dat is niet eenvoudig. Daarvoor is gericht beleid nodig, dat niet via de overbekende, geijkte kanalen loopt.                                     *Ik dank u*

Lees ook:position paper voor Fintech Ronde Tafel 2e kamer 21 januari 2016
Lees ook:Zijn schaduwbanken gevaarlijk?
Lees ook:Een zoutloos compromis (column BNR 8 juli)
Lees ook:twee ingezonden brieven in FD met link naar twee blogs
Lees ook:ING web care team in actie op Twitter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.