Categorie: "PENSIOEN"

Mooie ingezonden brief (niet van mij) over vermolmde pensioensysteem

Mooie ingezonden brief in Financiele Dagblad van 5 september 2013; had het zelf niet beter kunnen zeggen

 

 

Geschreven door: Sjaak Zonneveld
Afgelopen vrijdag pleitte de heer Korthals Altes in een opinieartikel in deze krant voor het hanteren van het gemiddeld rendement dat een pensioenfonds behaald heeft als basis voor de rekenrente. dit ligt bij veel fondsen hoger dan de nu gehanteerde rekenrente, en in één klap komen hierdoor de verplichtingen lager uit.Zoals iedereen weet, bieden rendementen uit het verleden echter geen garantie voor de toekomst.Van welke kant je het ook belicht, het blijft koffiedik kijken en we zullen pas in de toekomst weten of we ons rijk of arm gerekend hebben met wat voor rekenrente dan ook. dit geeft precies de kern aan van het probleem: door de collectiviteit van ons pensioenstelsel zullen er altijd generaties bevoordeeld en generaties benadeeld worden. Pas achteraf wordt duidelijk wie er tot de gelukkige generatie en wie er tot pechvogels behoorden. Voeg daaraan toe de perverse solidariteit in ons stelsel, zoals het feit dat de lager opgeleide het pensioen van de (gemiddeld langer levende) hoger opgeleide subsidieert, en het is duidelijk dat juist de collectiviteit en solidariteit binnen de tweede pijler ons pensioenstelsel oneerlijk en star maken. de enige eerlijke en duurzame oplossing is dan ook een echte hervorming van het pensioenstelsel, van een collectief naar een individueel stelsel. Naast het feit dat een dergelijk stelsel wel eerlijk is, biedt een individueel stelsel tevens ongekende mogelijkheden onze economie uit het slop te trekken. Individuele pensioenpotjes kunnen aangewend worden om (hypotheek)schulden af te lossen en mensen kunnen meer vrijheid krijgen in de mate waarin ze voor hun pensioen willen sparen en bij wie ze dat willen doen. Niet iedereen heeft later 70% van zijn gemiddelde, dan wel laatstverdiende salaris nodig.

Op deze manier zal er minder gespaard en meer geconsumeerd gaan worden. Niet omdat onze premier daartoe oproept, maar omdat mensen zelf die keuze kunnen maken. Het generatieconflict is daarmee opgelost en discussies over dekkingsgraden en rekenrentes zullen verstommen.

Sterker nog: deze termen verdwijnen zelfs geheel bij een individueel stelsel.

Sjaak Zonneveld is auteur van ‘Het Nieuwe Werken aan je pensioen’.

Pagina 10, 05-09-2013 © Het Financieele Dagblad

ingezonden brief FD 17 mei 2013: fiscale beperking pensioen zal leiden tot meer premiestorting

Dat fiscale impulsen soms perverse beslissingen oproepen, dat wisten we. Kijk maar eens naar de hypotheekrenteaftrek en de schuldenpositie van private huishoudens. Maar ook aan de bezittingenkant kan het goed misgaan. De overheid heeft haar bezuinigingspijlen op het pensioen gericht en is bezig de fiscale sluiproutes af te sluiten. De overheid neemt al sinds 1999 maatregelen om het fiscaal gunstig pensioensparen te beperken. Het verlagen van de fiscale vrijstelling van pensioenpremies van 2,25% naar 1,75% in het regeerakkoord van Rutte II past in deze trend.

De verzekeraars en pensioenfondsen schreeuwen moord en brand. De ingreep van de overheid zal de opbouw van een goed pensioen verstoren. Het Verbond van Verzekeraars roept ‘dat we een drama tegemoet gaan’. Het toont eens te meer aan hoe fiscale prikkels perverse consequenties kunnen hebben. Het sparen voor een adequaat pensioen moet los staan van de fiscaliteit. Pensioenbeheerders moeten het te bereiken (reële) pensioen centraal stellen en daar volgt (bij verschillende rendementsscenario’s) een te storten premie bij. 

Ik vind het te gek voor woorden dat onze pensioenfondsen bij de pensioenopbouw blijkbaar uitgaan van wat aftrekbaar is en dan de conclusie trekken dat bij een lagere aftrekbaarheid het pensioen versoberd moet worden. In tegenstelling tot wat DNB in een recente publicatie betoogde, zullen bij een verminderde aftrekbaarheid de pensioenpremies niet moeten vrijvallen, maar zullen juist extra premiestortingen vereist zijn om het pensioen op peil te houden.

 

 

pensioenfondsbestuurders slapen slecht

Ik vermoed dat veel pensioenfondsbestuurders geen lekkere kerst hebben gehad. De peildatum voor het bepalen van de dekkingsgraad van de fondsen was namelijk 31 december 2012. Dan kan de foie gras en Dom Perignon champagne toch zwaar op de maag liggen. Of zou het kerstpakket net als de pensioenen ook versoberd zijn. Ik denk van niet.

De lijst met dekkingsgraden wordt pas in februari gepubliceerd en dan zal duidelijk worden welke maatregelen per 1 april 2013 genomen moeten worden. Het is een eerste korting, een opwarmertje, want de echte hakbijl wordt 31 december 2013 uit de kas gehaald. Dan moeten de fondsen een dekkingsgraad hebben van 104,5%. Zo niet, dan zal er net zover gekort worden tot die stand is bereikt.

En de problemen zijn groot. Het Financiele Dagblad plaatste in de krant van 28 december een lijst met de 60 grootste probleemfondsen en de bijbehorende korting op de pensioenen. Ik had ook graag de stijging van de aangekondigde pensioenpremies erbij gezien, want dat is ook niet mis. Het ABP, het grootste fonds van Nederland met 2,8 miljoen deelnemers, verhoogt de premie van 24,1% naar 25,4% (de premie was in 2012 al met 3,2% verhoogd).

Ook zou een deelnemer die gedwongen zijn salaris deponeert in de vergaarbak van het pensioenfonds eens moeten vragen naar de reële dekkingsgraad (d.w.z in koopkracht gerekend). Ik heb het maar even gedaan voor mijn eigen pensioenfonds. Het RABO pensioenfonds is een van de weinige fondsen dat niet in de gevarenzone zit; de nominale dekkingsgraad was eind 2011 maar liefst 115,7%. De reële dekkingsgraad was slechts 64,4%   M.a.w het fonds heeft nu niet genoeg geld in kas om de uitkeringen ieder jaar te indexeren. Hoe denkt u dat de ‘onderwater-pensioenfondsen’ er dan voor staan? Ga maar rustig slapen hoor, ‘vertrouw ons, we weten wat we doen’, piept X.den Uyl, vicevoorzitter ABP.

De fondsen kampen met twee problemen: (1) de rekenrente en (2) het langlevenrisico. Voor beide moeten ze aankloppen bij de experts van het Actuarieel Genootschap (AG). Dat doen ze met grote tegenzin, want het AG heeft slecht nieuws.

Het AG is niet echt blij met de nieuwe rekenrente, de UFR. Ik citeer: “de UFR heeft ogenschijnlijk duidelijke voordelen maar kent ook een aantal minder gunstige eigenschappen, zo zouden de fondsen zich rijk kunnen rekenen en kan invoering ongewenste generatie-effecten hebben”. Die voordelen zijn er alleen voor de bestuurders, want de dekkingsgraad wordt kunstmatig verbeterd (tussen de 3% en 5%, dit is al verwekt in lijst van FD). Niet voor niets noemt pensioendeskundige Kocken de rekenrente de “Uiterst Funeste Regelgeving”. En de Engelse vermogensbeheerder F&C noemt de rekenrente de “rijkrekenrente”. Moet ik meer zeggen? Er is een grote kans dat er pensioengeld-overdracht zal plaatsvinden van de groep ‘min 50 jaar’ naar de gepensioneerden.

Het AG heeft ook een hele nare boodschap over het langleven. We worden ouder, zeer snel ouder en vooral een hele grote groep wordt ouder. Concreet: een vrouw die 65 werd tussen 2006 en 2011, kan statistisch rekenen op nog ruim 20 jaar pensioen. Haar oudere zus, die tussen 1976 en 1981 uittrad, kreeg gemiddeld maar 15 jaar pensioen. Rampzalig voor de fondsen, want de huidige gepensioneerden, maar ook de groep van, zeg eens 55 jaar, hebben daar nooit voor betaald. Dat mensen langer leven kun je fondsen niet aanrekenen, wel dat het erg laat is onderkend. Ook hier ligt pensioengeld-overdracht tussen generaties op de loer.

Het kan weer een ongezellige kerst worden voor de bestuurders. Een pakje paracetemol in het kerstpakket van 2013 lijkt mij aan te bevelen.

In het pensioendossier is niets te gek voor woorden

Vorige week dinsdag lichtte Borgdorff- baas van het een na grootste pensioenfonds in Nederland (Zorg & Welzijn met 125 miljard)- de putdeksel van het pensioenriool een heel klein beetje om de conditie van het riool te controleren. Dat had hij niet moeten doen. De gasvorming in het riool bleek  zodanig te zijn dat de putdeksel eraf vloog en niet meer terug te plaatsen is. Borgdorff zei wat iedereen eigenlijk al lang wist, maar wat tot nu toe goed verborgen was gebleven in onbegrijpelijke UPO’s: er bestaat géén gegarandeerd pensioen en al helemaal geen welvaartsvast pensioen. Dat hebben de  pensioenfondsen geweten. Woensdagavond mocht ‘chief-amateur-lobbyist’ van het ABP, Krol van de politieke partij 50Plus bij Pauw &Witteman nog uitleggen dat de fondsen rijker dan ooit zijn (waar, maar dat is maar één kant van de zaak) en dat als er toch een probleempje zou zijn, de ouderen daar niet de dupe van zouden mogen worden, want ‘ze hebben er hun hele leven voor betaald’.

Maar de geest is uit de fles. Op zaterdag publiceerde de Volkskrant een zeer uitvoerig overzicht wat er allemaal mis is met de pensioenfondsen. Dat moet onaangenaam wakker zijn geworden. Hier is een opsomming: (1) geen eindloon, maar middelloon (2) geen indexatie voor inflatie (3) verhoging van pensioenpremies (4) verlagen van het fiscaalvrije pensioenopbouw (5) lange doorwerken (6) korten van pensioen. Conclusie: “de meeste werkenden beseffen nauwelijks wat hun boven het hoofd hangt” en “de pensioenkloof tussen jong en oud zal nog wijder gapen”. Bedrijven weten dit al veel langer en gaan over op zogenaamde ‘beschikbare premieregelingen’ waarbij het op te bouwen pensioenbedrag onzeker is (alleen de premie staat vast).

Is dit nieuw? Hadden we dit niet kunnen weten? Natuurlijk wel, kijk maar eens naar deze twee uitzendingen uit 2010 (de grote pensioenroof van Reporter; pensioenen in vrije val van Buitenhof).

Het gaat om twee problemen. Kunnen de pensioenfondsen de nominale verplichtingen nakomen, laat staan de reële toezeggingen? En zo nee, dan ontstaat er een verdelingsprobleem: welke generatie gaat de rekening betalen?

Het antwoord op de eerste vraag lijkt duidelijk: nee. De dekkingsgraden voor het nominale pensioen liggen in de gevarenzone (onder de 105%). De rendementen moeten in de komende jaren wel erg goed zijn (en vergeet dan niet dat 2012 al een goed jaar was). Over de reële dekkingsgraden (welvaartsvast pensioen) zullen we maar niet praten. Volgens hoogleraar Bas Jacobs moeten die op minimaal 145% liggen. En laat u niet te snel foppen. In het vierde kwartaal is een aanmerkelijke verbetering zichtbaar. Dat komt enkel en alleen omdat de fondsen met een veel gunstiger rekenrente mogen rekenen. Er is nogal wat kritiek op deze rekentruc. Vooralsnog werkt het als een fijne slaappil.

En uit het gistende riool komt nog een niet welriekende vraag naar boven borrelen. Hadden de fondsen niet veel groter moeten zijn (dan 850 miljard). Hoeveel pensioengeld is onder druk van o.a. de overheid teruggestort naar werknemers en werkgevers? CDA-kamerlid Omtzigt en jongerenbeweging G500 willen het nu wel eens weten en stellen (kamer)vragen. Luister mee (4:20).

De echte ruzie gaat over de tweede vraag en heeft alles met de vermeende solidariteit binnen de pensioenfondsen te maken. Demografische factoren zetten de solidariteit onder zware druk. Bartjens in Het Financieele Dagblad was duidelijk: “jongeren de dupe? Jazeker, als het aan de FNV ligt”. Pensioendeskundige Kocken lijkt dezelfde conclusie te trekken. Rutte lijkt overigens, onbedoeld, hetzelfde te denken. Volgens hem is een ‘evenwichtige opbouw van pensioen tussen generaties niet mogelijk’.

Bizar. Maar in het pensioendossier is niets te gek voor woorden.

 

 

De lange tenen van de pensioenfondsen

Afgelopen dinsdag zat ik weer eens bij Pauw & Witteman. Onderwerp van gesprek waren de pensioenen in Nederland. Aanleiding was het bericht van het één na grootste pensioenfonds van Nederland Zorg & Welzijn (groot: 125 miljard) dat zij gaan afzien van gegarandeerde pensioenen in ruil voor ‘uitgesmeerd’ (10 jaar) korten van de pensioenen en het indexeren van de pensioenen (dat is corrigeren van pensioen voor inflatie). Ik gaf een kritische beoordeling van de problematiek, waarbij ik wilde aantonen dat de huidige pensioenfondsen een aanmerkelijke onbetaalde rekening hebben uitstaan en dat die rekening betaald gaat worden door de jongere deelnemers aan het fonds ten gunste van de gepensioneerden en de werknemers die komende 10 tot 15 jaar met pensioen gaan. Tot slot hield ik een pleidooi voor het Deense model, waarbij individueel wordt gespaard voor een niet gegarandeerd pensioen (wel collectief belegd) en geen sprake is van zogenaamde solidariteit tussen generaties.

Pauw & Witteman lieten direct merken de problematiek duidelijk neer te willen zetten. Witteman: “over 10 jaar is 60% van de pensioenpot op”. Ietwat te kort door bocht, maar dat hoort erbij. Ik nuanceerde de uitspraak door erbij te zeggen dat de potten nu “all time high” vol zitten en dat het leeglopen zal gebeuren in 10 tot 15 jaar bij ongewijzigd beleid en dat de potten leeg zijn voor pensioenaanspraken van de jongere generaties, niet voor de pensionado’s.

Ik stond daarmee keihard op de zeer lange tenen van de pensioenbestuuders, die hun geriefelijke pluche pijnlijk voelde schuren tegen hun dichtgeknepen billen. Onmiddellijk werd ik ‘geframed. De kritiek ging alleen nog maar over de aankondiging (*). RTL Z nam hierbij het voortouw zonder hoor en wederhoor toe te passen (*). Het is schrijnend om te zien dat Witkamp van Media Pensioen Diensten mij beticht van ondeskundigheid (*), terwijl het pensioenfonds waarvoor hij diensten verricht, PNO Media, een dekkingsgraad heeft van 93,8% en dus zwaar in de problemen zit. Zij hebben een van de laagste dekkingsgraden; Witteman mag zich echt zorgen gaan maken.

In hun kielzog kwam de voorman van de babyboomers, Krol van de 50Plus fractie in de 2e Kamer. Hij mocht de volgende dag aanschuiven aan de P&W tafel en als amateur-lobbyist van het ABP de belangen van het ABP en de gepensioneerden zonder veel weerwoord verdedigen. Daarbij werd ik en passant weggezet als partijdig, want ik zou werken bij een ‘verzekeringsmaatschappij’ (zeg Krol, doe je huiswerk eens, ik werkte bij een bank en ben al 5 jaar met pensioen).

Ik neem niets van de uitzending terug. Mijn opmerking was gebaseerd op een rapport van Frijns (ex ABP) uit 2010. Een dag later werd ik door een twitteraar op het volgende onderzoek attent gemaakt van pensioendeskundige Kocken, dat een net zo dramatisch beeld geeft (een hele fijne grafiek ).

De stap van pensioenfonds Zorg & Welzijn is op zich een goede stap. Eindelijk maken de fondsen duidelijk dat er nooit sprake was van een garantie. Helaas hebben ze ons dat wel jaren lang voorgehouden. Maar laten we niet vergeten dat Borgdorff van Z&W zichzelf rijk rekent door het rendement van de (risicovolle) beleggingen te gebruiken bij het berekenen van de verplichtingen. Dat mag alleen als het pensioen echt meedeint met de grillen van Wall Street. De hogere rekenrente doet de verplichtingen dalen en daardoor kan het fonds meer uitkeren aan huidige pensioentrekkers. Hoogleraar Jacobs noemt het ‘een graai uit de pensioenkas‘ en vraagt zich af waarom Borgdorf “zulke rare dingen zegt”. ***Borgdorff heeft een paar dagen later het boetekleed aangetrokken en op zijn blog aangeven dat hij ‘het niet goed uitgelegd heeft’, zie hier***

Jarenlang hebben de pensioenfondsen getamboereerd dat Nederland “het beste pensioensysteem” heeft (jaarlijks onderzoek Mercer). We zijn dit jaar door de Denen naar de 2e plaats verdrongen. Mercer geeft als reden dat het Deense pensioensysteem beter houdbaar is omdat er geen generatieconflicten kunnen optreden.

De zogenaamde solidariteit binnen de pensioenfondsen betekent dat pensioenfondsbesturen bepalen met wie u solidair zal zijn. U kunt geluk hebben…of niet. Ik heb de volgende adviezen aan u: (1) zorg dat u aan tafel komt, zodat u kan meebeslissen over uw eigen geld, dit geldt met name voor jongeren; (2) ga maar bijsparen (zegt Elsevier ook). Er hangt namelijk nog meer pensioen-ellende boven uw hoofd (verlagen fiscaalvrij pensioensparen). Mooier kan ik het niet maken, leuker ook niet.

Lezing voor D66 jongerencongres (28 oktober 2012): de Denen komen terug

Onderstaande column is gebaseerd op mijn lezing “De Denen komen terug”  gehouden op D66 Jongeren Congres: zie hier de volledige tekst van de lezing

 

Er waait een warme Scandinavische wind door Nederland. Het lijkt wel of heel Nederland de series The Killing en Borgen op televisie heeft gezien. IKEA is van een Billy-kastenmaker een stijl-icoon geworden en divisiedirecteur toezicht pensioenfondsen van DNB, Olaf Sleijper, vindt het heel gewoon om met LEGO te spelen. Zelfs mijn moeder, die haar hele leven lang cruises heeft gemaakt naar zeer warme oorden, heeft dit jaar voor het eerst een reis naar de Noorse fjorden gemaakt. Ook op financieel gebied zijn de Scandinaviërs onze voorbeelden geworden. VPRO’s Tegenlicht liet ons zien dat bij de Zweedse Svenska Handelsbanken bonussen taboe zijn en dat klant-centraal geen inhoudsloos begrip hoeft te zijn. En het is niet voor niets dat Wilders Denemarken in zijn ‘terug-naar-de-gulden-rapport’ als voorbeeld voor Nederland opvoert. Het Deense ‘sovereign risk’ wordt op de financiële markten zelfs lager ingeschat dan Duitsland en Nederland. Denemarken is een ‘negative yield’ land, net als Zwitserland.

En sinds deze week heeft Denemarken volgens pensioenonderzoeker Mercer ook het ‘beste’ pensioensysteem. Nederland is haar koppositie kwijtgeraakt, maar staat nog altijd wel op de 2e plaats. Het is leerzaam beide systemen met elkaar te vergelijken. Eerst de overeenkomsten.

Beide landen hebben een staatspensioen (in jargon Pijler 1) dat gefinancierd wordt uit lopende begroting (omslagstelsel) en een aanvullend pensioen (Pijler 2) waarvoor gespaard wordt (een kapitaaldekkingstelsel). Het opbouwen van pensioenvermogen maakt burgers weerbaar tegen conjuncturele tegenvallers  (zoals werkloosheid) maar ook tegen structurele tegenvallers (zoals de vergrijzing). Belangrijker is nog dat het burgers minder afhankelijk maakt van de mogelijke willekeur van de politiek. En beide landen verplichten mensen mee te doen: een goede zaak!

Maar daar houden de overeenkomsten op. Het Deense systeem is écht anders. Het grootste verschil is dat de Denen niet worstelen met het generatieprobleem, waarbij jongeren betalen voor ouderen. De Denen hebben volledig gekozen voor het ‘defined contribution’ systeem. Er wordt dus individueel gespaard en het beleggingsrisico en dus de uiteindelijke hoogte van het pensioen, ligt bij de deelnemer.

De Denen kiezen dus alleen bij het staatspensioen voor solidariteit tussen generaties en zelfs daar niet voor de volle 100%, want voor een deel van het staatspensioen wordt door elke werkende en werkgever gespaard (dus ook ZZP-ers).

Denen hoeven zichzelf dus niet de vraag te stellen: “met wie ben ik solidair en voor hoeveel”. Doordat er individueel wordt gespaard,wordt er ook gebruik gemaakt van de ‘life cycle’ methode. Jongeren beleggen in aandelen, ouderen in obligaties. Doordat er geen “verabsolutering” is van de dekkingsgraad zoals in Nederland, hoeven fondsen niet verplicht door de toezichthouder aandelen op het dieptepunt te verkopen. Er wordt in Denemarken overigens niet individueel belegd. Dat gaat collectief en volgens de OECD goedkoop, zeer goedkoop: slechts 0,1% in Denemarken tegenover 0,4% in Nederland.

Zijn er dan helemaal geen nadelen aan Deense pensioensysteem en is hun 1e plaats volkomen terecht? Het systeem kent naar mijn mening wat socialistische trekjes. Iedereen betaalt circa 12% van de het loon als premie. Voor mij is pensioen nog altijd een arbeidsvoorwaarde en moeten bedrijven met de aantrekkelijkheid van het pensioen kunnen concurreren op de arbeidsmarkt.

Een houdbaar pensioensysteem gebaseerd op individuele regelingen is dus geen sprookje van Hans Christian Andersen, ook al weer een Deen. Dus Riemen, lobbyist van de Pensioen Federatie, maak je borst maar nat: de Denen komen eraan.

 

 

 

 

 

Pensioen: terug naar de oorsprong

Het Nederlandse pensioensysteem wordt vaak het mooiste pensioensysteem ter wereld  genoemd. Kijk maar eens op de website van  lobbyclub Holland Financieel Centrum. Maar als je de krantenberichten ziet, dan heb je de indruk dat dit mooiste systeem ter wereld in het rampjaar 1672 terecht is gekomen en van alle kanten wordt aangevallen. Zo denkt de Tweede Kamer dat ‘Brussel’ , via eurocommissaris Barnier, probeert invloed te krijgen op de goed gevulde pensioenpotten (eind tweede kwartaal zat er 1.043 miljard in). De kamer benoemde zelfs een heuse pensioenrapporteur (de CDA’er Omzigt) die ‘onze’ pensioenbelangen in Europa moest verdedigen. En minister Kamp riep in weekblad Elsevier (18/8/2012): “Brussel moet zich er niet opeens in mengen”.

Het kan een afleidingsmanoeuvre zijn om de binnenlandse problemen te maskeren (een bekende truc van politici). Want het mooiste systeem ter wereld vertoont vermoeiingsverschijnselen en duidelijke barstjes. De dekkingsgraden zakken onder de minimale 105%, vaak zelfs onder de 100 zoals bij het grootste pensioenfonds het ABP (actuele stand 92%) en voor het eerst doemt het schrikbeeld op dat de nominale pensioenen verlaagd gaan worden (reëel is dit al veel langer aan de gang via het niet corrigeren van de inflatie).

Wat is eigenlijk het ‘mooie’ aan ons pensioensysteem? Ik kies voor het argument dat wij voor het aanvullende (op de AOW) pensioen een kapitaalsdekkingssysteem hebben (dus een private spaarpot) en niet in een omslagsysteem (pensioen wordt betaald uit lopende overheidsbegroting zoals de AOW). Dit is echt wel uniek, want in landen als Duitsland en Frankrijk is primair gekozen voor omslagsystemen. Ik kies dus bewust niet voor de veel geroemde solidariteit tussen generaties. Juist omslagstelsel zijn gestoeld op solidariteit (niet voor niets noemt men pensioen in Duitsland ‘Vertrag der Generationen’).

De solidariteit is ons, naar mijn mening, min of meer opgedrongen onder invloed van de politieke kleur van na-oorlogse kabinetten. De enige echte solidariteit is er die van bedrijf naar werknemer. Maar werknemers accepteerden de pensioenvoorwaarden (de doorsneepremie, de verplichtstelling, premie-vakanties van bedrijven) omdat (1) de actieve deelnemers min of meer gelijke belangen hadden, (2) er voldoende instroom van nieuwe deelnemers was en (3) zeker in de jaren tachtig en negentig, de beleggingsresultaten erg goed waren.

Maar na 2000 is de pensioenwereld razendsnel veranderd. De snel oplopende levensverwachting, de vergrijzing en de mobiliteit over de bedrijfstakgrenzen heen, haalde de pseudo-solidariteit onderuit. En toen de obligatierentes naar nooit-gedachte niveau’s afdaalden (en dus de verplichtingen hard opliepen) was de boot aan.

Het pensioendebat zit nu zo vast als een huis. De gepensioneerden willen geen verandering. De relatief oudere actieve deelnemers willen de gepensioneerden laten betalen. De jongeren willen wel verandering, maar wie behartigt hun belangen? De vakbonden zitten geriefelijk op het pluche. De overheid? Vergeet het maar, die hebben helemaal geen zin in hervormingen. Staatssecretaris De Krom was duidelijk: via de pensioenfondsen kan de overheid inkomenspolitiek bedrijven en ‘leuke dingen doen’. En dat terwijl het kapitaalsdekkingssysteem nu juist de overheid en haar grijpgrage handjes op een afstand moet houden.

Wat is de oplossing?

Ik zie geen andere weg dat de afgedwongen solidariteit wordt omgezet in marktsolidariteit. Pensioen zal gezien moeten worden als een echt financieel product.De collectieve spaarpot wordt omgezet in een individuele spaarpot (maar wel met optie tot collectief beleggen), waarbij verplicht sparen nodig zal blijven. Het risico komt bij de deelnemer te liggen (defined contribution), het is niet anders. Via verzekeringsmaatschappijen kan het te lopen risico worden afgekocht, maar wel tegen een prijs (eurocommissaris Barnier wil dat in Nederland een ‘level playing field’ komt tussen pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen). Deelnemers kunnen via concurrentie op de markt het fonds kiezen dat het beste aansluit op wensen (en, niet onbelangrijk, dat efficient werkt, want de uitvoeringskosten bij een pensioenfondsen drukken  zwaar op uiteindelijke rendement).

Is dit nieuw? Nee, de grondlegger van ons pensioensysteem, Van Marken, eigenaar van Gist (het latere Gist-Brocades, nu DSM) had het zo min of meer bedoeld in 1880, toen een van de eerste pensioenregelingen werd geïntroduceerd.

 

 

 

 

 

geen collectief aanvullend Europees pensioen, aub

Deze week schreef EU-president Van Rompuy een ‘masterplan’ dat de omvang van een ‘haiku’ heeft (als Van Rompuy zich verveelt tijdens de Toppen, dan schrijft hij deze Japanse gedichten). Het plan zou de basis moeten zijn voor de 25e Top der Toppen. Het 4- punten masterplan begint zeer concreet met de bankenunie (ik zeg: Europees toezicht: doen; Europees depositogarantiesysteem: gevaarlijk), maar verzandt daarna in nietszeggende woorden. Punt 4 gaat over de versterking van de democratische legitimiteit en telt welgeteld 5 regels. Ik vermoed dat het bij vergezichten blijft en dat de ‘bende van vier’  zich weer zal beperken tot korte termijn steunmaatregelen en natuurlijk mooie woorden over noodzakelijke groei.

Opmerkelijk is dat critici van de EU met name hun pijlen richten op het ESM (‘de blanco cheque’), terwijl de werkelijke invloed van Europa loopt via veel minder zichtbare regelgeving. Zo heeft onze haiku-man, óók deze week,  in Die Welt  iets gezegd over het pensioen. En als het woord pensioen valt, dan krijgen politici direct krampaanvallen, enigszins vergelijkbaar met het H-woord.  Dat bleek tijdens het debat met Premier Rutte deze week over de Eurotop.

Van Rompuy wil ingrijpen in het staatspensioen (jargon: pijler 1). De AOW is een omslagstelsel, d.w.z. betaald uit lopende  begroting; er wordt dus niet gespaard. Van Rompuy maakt zich zorgen over de houdbaarheid van dit staatspensioen en wil naar een uniforme pensioenleeftijd. Dat zou als muziek in de oren van Rutte moeten klinken, want in Nederland werken we al tot 65 jaar en gaan we met enige zekerheid naar 67 jaar. En in Frankrijk wil Hollande weer terug naar 60, waanzin. En dan heb ik het nog niet eens over de Zuidelijke lidstaten.

In een zogenaamd Witboek heeft de Europese Commissie aangegeven dat in principe de lidstaten gaan over de ‘AOW’, maar stelt voor de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting in een lidstaat. Nederland zou dit standpunt moeten omarmen en steunen. Het dwingt andere landen tot hervormingen. En dat willen we toch?

In een reactie van de Tweede Kamer op het witboek wordt ons ‘unieke’  pensioensysteem er echter weer met de haren bijgesleept (lees hier).  De EU moet zich daar volgens de Tweede Kamer niet mee bemoeien. Maar dat willen ze ook helemaal niet en dat lijkt mij logisch,want het ‘aanvullend pensioen’ is een private afspraak tussen werknemers en werkgevers  (jargon: pijler 2, gevuld met ruim 1000 miljard euro spaargeld). Het is uitgesteld loon van de werknemer. De overheid speelt alleen een rol als toezichthouder (bijv. dat het geld echt is afgesplitst van de onderneming) en als fiscale facilitator.

Wat hier speelt is dat de lobby van de collectieve pensioenfondsen weer “vol op het orgel gaan” en via het populistische anti-europa sentiment hun pluche proberen vast te houden. Lees hier hoe de Tweede Kamer pensioenrapporteur Omtzigt ons angst aanjaagt. Er is alle reden om ons unieke pensioensysteem kritisch tegen het licht te houden. Het huidige systeem van solidariteit tussen generaties is vooral in het voordeel van de ouderen binnen een pensioenfonds en is op termijn niet vol te houden. Een pensioensysteem gebaseerd op individuele rekeningen waarop verplicht (ja zeker) wordt gespaard lijkt de enige weg. Elke werknemer weet dan precies waar hij of zij aan toe is. En natuurlijk kan er dan nog steeds collectief belegd worden, daar heb je geen verplicht pensioenfonds voor nodig. En werknemers en werkgevers moeten zelf kunnen bepalen waar zij hun pensioen willen onderbrengen.

De EU wil ook die kant op door een gelijk speelveld te organiseren tussen pensioenfondsen, banken en verzekeraars. Minister Kamp is daar niet ongevoelig voor (zie hier). Meer concurrentie is ook hier hard nodig en dan ook graag met nieuwe partijen zoals de PPI’s (zie hier). Ik heb voor de gelegenheid daarom een haiku gemaakt die van Rompuy had kunnen schrijven:

een privaat pensioen

Europees of nationaal

afblijven Brussel.

26 januari 2012: de “pensioenbattle tussen PPI’s en Pensioenverzekeraars”

Ik ben op 26 januari 2012 dagvoorzitter in een ‘pensioenbattle’ tussen PPI’s en Pensioenverzekeraars. Gezien de huidige ontwikkelingen rondom de pensioenfondsen een interessant debat hoe het anders zou kunnen.

Hieronder een aantal blogs van mijn hand over de pensioenproblematiek

http://bank.blog.nl/geen-stijl/2011/08/31/big-swinging-dicks

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2011/07/04/interview-in-nederlands-pensioen-beleggingsnieuws-23-juni-2011

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2011/07/04/column-fd

http://bank.blog.nl/geen-stijl/2011/04/05/legale-diefstal

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2011/02/09/ons-pensioensysteem-is-niet-slecht-maar-kan-echt-wel-verbeteren#more-1232

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2010/09/13/overheid-verpolitiekt-de-pensioenproblematiek

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2010/08/30/column-op-www-geenstijl-nl-2882010-paniek-in-de-polder

http://bank.blog.nl/pensioenmarkt/2010/08/19/nederlands-pensioensysteem-kraakt-nu-echt-in-zijn-voegen

http://bank.blog.nl/verzekeraars/2010/06/16/ik-ben-niet-de-enige-negeer-de-minister

http://bank.blog.nl/verzekeraars/2010/06/10/donner-neemt-in-pensioenvraagstuk-een-rigide-standpunt-in-en-zeker-niet-in-belang-van-pensioengerechtigde

http://bank.blog.nl/verzekeraars/2010/04/11/donner-wil-pensioeninformatie-verbeteren-een-goede-zaak

http://bank.blog.nl/beleggen/2010/02/17/zijn-pensioenfondsen-goedkoper-dan-zelf-voor-je-pensioen-sparen