Pensioen kan echt anders!

Vorige week verdedigde Minister Kamp het pensioenakkoord in de Tweede Kamer. Ik heb er met gemengde gevoelens naar zitten kijken. Het debat was verwarrend, zelfs voor insiders en stond bol van onderhuidse spanning, niet in de laatste plaats door het plaatsnemen op de publieke tribune van de poldermasterdonten VNO-Wientjes en FNV-Jongerius. Zullen zij hun geriefelijke plaats op de pluche zetels behouden of  zal er echt iets aan het pensioensysteem veranderen, zeg maar een ‘paradigm shift? De uitkomst was echter voorspelbaar en teleurstellend.

De verwarring werd in de hand gewerkt doordat in het pensioenakkoord pijler 1 en pijler 2 bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden werden. Zo staat het helaas ook in het Pensioenconvenant. Nu ontken ik niet dat er raakvlakken zijn, maar de verschillen zijn groter. De AOW geldt voor iedereen en wordt betaald door de Staat, terwijl aanvullend pensioen een private afspraak is tussen werkgevers en werknemers (vastgelegd in de CAO). Het is uitgesteld loon, niet meer en niet minder. Dat is ook de opinie van Kamp, die een aantal malen tijdens het debat opmerkte dat voor kritiek op dat deel van het akkoord de ‘sociale partners’ aangesproken moeten worden.

En kritiek was er. D66 citeerde vele hoogleraren, maar Kamp was onvermurwbaar. Het ‘mooiste pensioensysteem’ schuif je niet zomaar opzij. Dat was het ook, in de jaren van opbouw waar alle deelnemers gelijke belangen hadden. Daarom is er meer dan 1000 miljard in kas. Maar die tijd is voorbij. Deze week ontving ik de dissertatie van Jan Tamerus: Defined Ambition (uitstekend naslagwerk over pensioenen). Hij schrijft: ‘andere tijden vragen een ander contract’.

Het akkoord en de dissertatie maken 1 ding duidelijk: er bestaan geen garanties meer. De gevleugelde 70% van het gemiddelde salaris is vanaf nu onzeker. Dat besef is uitstekend. Niemand kan de beurs voorspellen en door de tegengestelde belangen van jong en oud kunnen de premies nooit een het rendementstekort goedmaken. Tang en Van Wijnbergen maken dit in het FD van 2 juli ook nog eens pijnlijk duidelijk in het essay ‘Risico van Rentenieren’.

De beursrisico’s worden bij de deelnemers gelegd (dat was altijd al zo, maar dat durfde niemand hardop te zeggen “de Grote Pensioenmythe van Pikaart“. Dat gaat vrij spel worden voor de ‘beleggingsexperts’: met andermans geld beleggen is zo eenvoudig, zeker als er geen sanctie op staat. De bonussen zullen hier weer welig gaan tieren, ‘mark my words’. De ingehuurde vermogensbeheerders zullen ‘actief’ en dus duur gaan handelen. Immers de fondsen mogen met de verwachte rendementsverwachting gaan rekenen (kan het dommer?). En als de verwachtingen niet gehaald worden en de (zelfs geïndexeerde) pensioenen worden uitgekeerd? Wat blijft er dan over voor de werkenden?

Tang/Wijnbergen kiezen voor een beetje meer individuele regie. Ikzelf zou een flinke stap verder willen gaan. Juist deze week kreeg de PPI van Binckbank en Delta Lloyd, BeFrank, haar vergunning. Via de PPI kan, nog steeds verplicht, voor een echt individueel pensioen worden gespaard, 100% op basis van het gewenste risicoprofiel, met de mogelijkheid om voortdurend bij te sturen via extra sparen (en niet 1 maal in het leven, zoals Tang/Wijnbergen voorspellen). En ook nog eens goedkoop als gekozen wordt voor simpele, transparante ‘trackers’. Het is geen leuke boodschap voor de pensioenbesturen, maar het zijn toch echt ‘andere tijden’.

Lees ook:Copy Paste van www.ftm.nl: ruzie tussen Wellink en Van Wijnbergen
Lees ook:een Kromme redenering
Lees ook:Ons pensioensysteem is niet slecht, maar kan echt wel verbeteren!
Lees ook:geen collectief aanvullend Europees pensioen, aub
Lees ook:handen af van ons pensioen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.