Column van Matthijs Bouman in FD over ‘kleine banken’

Columnist Matthijs Bouman schrijft op 2 februari in het FD een pleidooi om na te denken over kleinere banken. Lezers weten dat dit een terugkerend thema is op dit blog. Daarom hieronder de column van Bouman (hier de link voor abonneehouders FD: http://digikrant.fd.nl/20110202/public/pages/01007/articles/FD-20110202-01007001.html).

———————————————————————————

Olifanten in de Tweede Kamer
Column Mathijs Bouman
Vandaag komen ze weer langs in het parlement, de bestuursvoorzitters van de Nederlandse banken.

Tien man sterk (en nul vrouwen), gaan ze in gesprek met de Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. De fractiespecialisten zitten klaar om hen met scherpe vragen onder vuur te nemen.

Die vragen zullen vooral over de Code Banken gaan, zo bleek uit een inventarisatie van deze krant. Op zich is dat prima, want die gedragscodecode is de meest zwakke vorm van regulering die er bestaat. Een bank die zich er niet aan wil houden, kan volstaan met een verklaring van die strekking in het jaarverslag. Pas toe of leg uit, noemen de bankiers dat.

Met dat soort zwakke regels voorkom je geen nieuwe bonusorgie bij de banken. Laat de parlementariërs de druk vandaag maar opvoeren, door te dreigen met wetgeving. De bonuscultuur heeft bijgedragen aan het ontstaan van de kredietcrisis. En iedere euro winst die nu als een bonus wordt uitgekeerd, had de bank ook in het eigen vermogen kunnen pompen.

Maar te veel kostbare spreektijd zouden de kamerleden toch niet aan de bonusdiscussie moe-

Iedere euro winst die een bank nu als bonus uitkeert, had ze ook in het eigen vermogen kunnen pompen

ten wijden. Er is een veel groter onderwerp dat om aandacht vraagt: banken zijn nog altijd te groot en te veel met elkaar verstrengeld.

Net als voor de crisis zijn ze te groot om failliet te laten gaan. Dit is de ‘elephant in the room’, zoals de Amerikanen zeggen.

Niemand weet hoe je het beest de kamer uit krijgt, dus negeert men het probleem. Maar de olifant gaat niet vanzelf weg.

Als morgen een grote Nederlandse bank dreigt om te vallen, moet de overheid weer te hulp schieten met noodleningen en staatsgaranties. Bonus of geen bonus, de grote banken kunnen nog altijd rekenen op een gouden parachute; door de belastingbetaler bij elkaar gespaard en door de overheid ter beschikking gesteld.

Dankzij die parachute kunnen de grote banken meer risico’s nemen dan kleine concurrenten en goedkoper lenen. Dat probleem is sinds de kredietcrisis niet kleiner, maar groter geworden, want de banken weten nu zeker dat de overheid hen redt.

Neil Barofsky de inspecteur-genaraal van TARP, het Amerikaanse noodfonds voor de financiële sector, verklaarde onlangs voor het Congres dat ‘de grootste financiële instellingen nog steeds toegang hebben tot goedkoper krediet, dankzij de impliciete garantie van de overheid.’ De reddingsoperaties van eind 2008 hebben die garanties volgens Barofsky alleen maar sterker gemaakt. De banken en hun leiders worden daardoor aangemoedigd om precies het gedrag te vertonen dat de volgende financiële crisis zal veroorzaken. De TARPtopman spreekt van een ‘doomsday cycle of booms, busts and bailouts’.

Zou dat in Nederland anders zijn? Hier werden bijna alle ban- De reddingsoperaties

De reddingsoperaties stimuleren de banken tot precies het gedrag dat de volgende crisis zal veroorzaken

ken gered met overheidsteun.

Wat weerhoudt hen er van om de impliciete staatsgarantie om te zetten in klinkende munt, en opnieuw grote risico’s te nemen?

Hoe staat het met onze eigen doomsday cycle? Moeten we de banken opbreken en rigoureus snoeien in hun onderlinge banden?

Wanneer is een bank klein genoeg om te laten ploffen? Dat zijn de vragen de parlementariërs vandaag op tafel zouden moeten leggen.

De bankiers zullen dan ongetwijfeld verwijzen naar de nieuwe regels van Basel III. Die maken de banken misschien wat robuuster, maar ook het Basels Comité loopt met een grote boog om het probleem van de te grote banken heen. Zolang we blijven hopen dat die kolossale olifant verdwijnt als we het beest maar niet in de ogen kijken, blijft de kans op een volgende kredietcrisis levensgroot.

Mathijs Bouman is macroeconoom.

Lees ook:Seks industrie vraagt staatssteun
Lees ook:Goldman Sachs gaat dit jaar record-bonussen betalen
Lees ook:“Verplicht vak ‘eigen geld’ voor VWO nodig”
Lees ook:Raadspensionaris Hommen
Lees ook:Tweede kamer heeft ook zitten slapen bij bankencrisis

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.